Nieuwsberichten met als sleutelwoord: uiten

Hij weet waar spons woont

Spons loopt naar de brievenbus. De postbode weet hem altijd goed te vinden, ook al woont hij helemaal niet op een zichtlocatie. Twintig brieven vandaag. Spons gaat er eens lekker voor zitten en opent de eerste brief.
Beste spons,

Ik schrijf je deze brief. Ik heb vaak geprobeerd om deze brief te sturen aan diegene voor wie hij eigenlijk bedoeld is. Maar ik kreeg al mijn brieven ongeopend retour. Ik heb vele adressen geprobeerd, verschillende postzegels en een leger aan postbodes. Ik ben zelfs op schrijfles geweest omdat ik dacht dat het wellicht aan mijn handschrift lag. Maar het mocht allemaal niet baten. Inmiddels is mijn frustratie daarover zo hoog opgelopen dat ik heb besloten de brief aan jou te schrijven. Bij jou komen alle brieven altijd binnen, is me ter ore gekomen. Bijzonder hoor.

Nou goed, de brief is dus niet voor jou bestemd, maar je moet je frustratie van je afschrijven want anders ontploft een mens. Toch? Nou, daar komt ie dan, he. En niet schrikken, want in het echt val ik best mee.

Ik vind jou een stom mens. Zo dat moest ik even kwijt. Lucht enorm op ook! Dank je wel.

Domino.
Spons zou spons niet zijn als hij geen aardig briefje terug zou schrijven. En zo geschiedde:

Beste domino,

Dank je wel voor je brief. Het klopt, ik ben een ontzettend stom mens. Soms vergeet ik het wel eens, maar het is zo vaak tegen me gezegd dat er toch een kern van waarheid in moet zitten. Fijn dat er altijd mensen zijn die je eraan herinneren.

Wat ik me nog afvraag:

Lucht het echt (maar dan ook echt) op, om een boodschap aan het verkeerde adres af te leveren?

Groeten van Spons.
Die dag beantwoordt Spons nog 19 andere brieven. Hij pakt 20 maagdelijk witte enveloppen uit zijn secretaire en likt de gom van de postzegels nat. Dan gaat hij zijn dagelijkse gangetje naar het postkantoor.
Nog geen twee dagen later krijgt hij weer een brief van Domino en 24 lotgenoten. Hij opent de brief van Domino als eerste en leest.
Beste Spons,

Wat een heerlijk gevoel dat ik mijn brief nu eens niet ongeopend retour heb gekregen. Dit bevalt me echt prima. In andere woorden: dit lucht me dus echt (maar dan ook echt) op. Wel moet ik zeggen dat ik inmiddels weer aardig wat dominostenen over me heen heb gekregen, dus ik moet weer even wat kwijt. Zit je er klaar voor? OK, dan.

Eigenlijk, Spons, vind ik jou een loser. Een loser van het ergste soort. Ik walg van je!

Zo, nu kan ik weer rustig ademhalen. Tot de volgende brief dan, he. Niet heel veel langer. Dus .. tot snel,

Domino.
Spons bedenkt dat Domino best een punt heeft. Is het eigenlijk niet een beetje zielig als je andermans woede met liefde incasseert? Dan ben je best wel een beetje een loser, vindt Spons. Spons wacht geen seconde langer en schrijft meteen een brief terug.
Beste Domino,

Een loser? Ja, dat ben ik. Je hebt gelijk (maar dan ook echt gelijk). Het is best wel dom om te reageren op brieven die niet eens voor mij bedoeld zijn. Hoe meer ik erover nadenk, hoe dommer en dommer ik het vind. Wat een loser, zeg!

Het zal niet meevallen, maar ik beantwoord geen brieven meer die niet voor mij bestemd zijn.

Bedankt dat je me de moed hebt gegeven om te stoppen!

Groeten van Spons.

Een bijdrage van Marina NoordegraafFoto: Flickr

Man en emoties

Er ligt een nieuw boek in de winkels: Handboek voor de moderne man. Geschreven door drie Nederlandse mannen. Ik werd helemaal blij bij het horen van die titel. Er verschijnen weinig boeken over man-zijn. Ik las het voorwoord… en legde het boek teleurgesteld weer weg.

Enkele delen uit het voorwoord: ” …nooit, nooit zullen we ons hardop afvragen waarom we zijn zoals we zijn. (…) mannenvriendschappen en vader-zoon relaties gaan zelden zover dat we ook onze persoonlijke ervaringen en gevoelens willen delen. (…) vrouwen weten per definitie veel van elkaar en van zichzelf. (…) in de huidige samenleving hebben we verantwoordelijkheden moeten afstaan aan de technologie en aan vrouwen (…) mannen zijn raadsels. Om zich verderop tot de lezer te richten met de woorden: “beste mede-herenslachtoffers”.

Het voorwoord is ronduit denigrerend en somber op het fatalistische af. Je wordt als man weggezet als de overbodige soort, die niet weet wat hij met zichzelf en zijn gevoelens moet.

De nrc.next schreef een artikel naar aanleiding van het handboek, met als titel: “De moderne man is in de war” Dat artikel was al een stuk vrolijker. Maar ook de nrc.next stelde: de moderne man weet niet hoe hij zijn emoties moet uiten. Is dat wel zo? En is het zo zwart-wit?

De moderne man

het is niet waar dat mannen geen emoties uiten

Het idee dat mannen geen emoties kunnen uiten, zit in onze cultuur vast als oude kauwgom op een stoeptegel. Het is niet waar dat mannen geen emoties uiten. Niet voor individuele mannen, en ook niet voor de man als soort. Mannen uiten terdege wel emoties. Wanneer je zegt dat mannen geen emoties kunnen uiten, en daarmee suggereert dat vrouwen het wel kunnen, dan veeg je alle emoties op een hoop. Je miskent wat de man goed kan en vrouwen minder goed kunnen. De manier waarop mannen emoties uiten is anders en ze hebben een andere voorkeur binnen de vier.

Er zijn vier primaire emotiesbang, boos, blij, bedroefd.

  • Mannen uiten over het algemeen makkelijker boosheid dan vrouwen.
  • Mannen kunnen net als vrouwen blij zijn. Kijk eens naar een groep supporters nadat hun club heeft gewonnen.
  • Ik ken voldoende mannen die kunnen huilen, ik ken voldoende vrouwen die niet kunnen huilen.
  • Ik ken weinig tot geen mannen die kunnen zeggen dat ze bang zijn, ik ken ook weinig vrouwen die dat kunnen.

Emoties niet uiten

Er zijn voor mannen en vrouwen goede redenen om emoties niet te uiten. Ik denk dat het niet voor niets is dat we dat ook kunnen. Dat we die vaardigheid hebben. Omdat het de zaken soms namelijk veel simpeler houdt. Als je emoties niet uit:

  • kan niemand je gevoel ontkennen of wegwuiven en dus blijft het ‘intact’. Denk maar aan ouders die tegen je zeiden als kind: “het valt wel mee” als je pijn had, terwijl het helemaal niet meeviel.
  • als je emoties niet uit geef je mensen geen argumenten waarmee ze met je in discussie kunnen gaan. Bijvoorbeeld: “Waarom ben je er dan überhaupt aan begonnen als je het niet leuk vindt?”
  • als je emoties niet uit: ben je wellicht net als je vader of moeder die dat ook niet deed. Dat geeft een gevoel van erbij horen.

Emoties wel uiten

Er zijn mij twee belangrijke redenen bekend waarom het goed is om emoties wel te uiten:

  1. Het wegstoppen van emoties is op korte termijn vermoeiend, en op lange termijn schadelijk voor je psychische en fysieke gemoedsgesteldheid. Veel mensen kunnen niet werkelijk ontspannen, of diep door ademen, omdat hun lijf gewend is om er van alles ‘onder’ te houden. “Mannen huilen niet” is denk ik het meest bekende voorbeeld van het wegstoppen van emoties. En “Meisjes worden niet boos” is er één die in Nederland ook veel voorkomt.
  2. Wanneer je je emoties kent kun je ze meenemen in beslissingen. Je kunt iets ‘doorvoelen’. Hierdoor hebben beslissingen een grotere wijsheid in zich, dan wanneer je ze alleen op basis van ervaring, advies of kennis zou nemen.

Emoties voelen en dragen

Om iets te kunnen uiten, moet je:

  1. Kunnen voelen wat je voelt. Je moet er vertrouwd mee zijn en je daarin vrij voelen.
  2. Kunnen duiden wat je voelt zodat je die ander iets kan laten zien of er woorden aan geven.

Dat vraagt de nodige oefening, zeker als je uit een gezin komt waar emoties als ‘overbodige ballast’ worden gezien. Maar je moet er zeker niet in doorslaan. Een man die denkt dat het louter uiten van al zijn emoties het belangrijkst is, die verzuipt. Die weet niet meer wat wijs is. Die belandt in eindeloze discussies (met vrouwen), wordt door mannen die een duidelijk doel hebben aan de kant gezet omdat ie ‘vertraagt’ met zijn tranen, of kan wanneer hij kwaad is alleen maar klappen uitdelen.

Niet het uiten van de emoties is het belangrijkst, het voelen en dragen van je emoties is dat. Gepast verantwoordelijkheid nemen, door soms wel te uiten en soms niet. Niemand anders ter wereld voelt wat jij voelt. Je gevoelens zijn van jou. Wees er zuinig op.

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Bernardo Borghetti Flickr