Nieuwsberichten met als sleutelwoord: schuld

Op slot

Ze heeft een nieuw fietsrondje ontdekt. Precies 10 kilometer, met wat hoogteverschil. Over de nieuwe brug heen, over de Waalbrug terug. Ze verlangt naar routines en rituelen, een vast ritme. Regelmaat, orde. Niet hoeven nadenken, twijfelen, afvragen. Ze haat sport maar ze ‘moet’. Misschien kan het op deze manier wel. Naar het schijnt duurt het dertig dagen om nieuwe routines te verankeren in je systeem. Zo lang heeft ze een nieuwe gewoonte nog nooit volgehouden. Maar dit nieuwe fietsrondje is toch een kanshebber om tijdelijk voor vastigheid te zorgen. Als je het namelijk andersom fietst, is het een heel ander rondje. En door het werk aan de omlegging van de Waal wijzigen de wegen ook voortdurend. Afwisseling in routine, de enige manier om haar in beweging te krijgen.

Lees verder

Verantwoordelijkheid nemen voor alles

Ik lees een boek met teksten van Gandhi. Dat is bijzonder inspirerend. Ghandi hield niet van halve pogingen of een beetje proberen onder kantoortijden. Tijdens het lezen dacht ik aan een bijzonder gesprek dat ik onlangs had. Daarin nodigde ik iemand uit om verantwoordelijkheid te nemen voor alles dat binnen zijn vermogen lag. Ik stelde hem voor dat hij verantwoordelijkheid zou nemen voor alles wat hij denkt, doet en voelt. “Tjeemig!” zei hij “Dan wordt het leven zwaar!?”

Zwaar? Hoe kwam hij daar nu bij? Maar hij meende het écht.

Lees verder

Attributie

Mijn kat kijkt geconcentreerd naar de dichte huiskamerdeur. Als een standbeeld zit hij daar. Ik vermoed dat hij zijn telekinetische gave aan het uitproberen is. Benieuwd naar hoe lang hij dit volhoudt, kijk ik net zo geconcentreerd naar hem als hij naar de deur. Na een paar minuten word ik ongeduldig. “Beweeg nou!”, denk ik.

Ik word onrustig, wil bewegen, wat anders gaan doen. Als ik dat zou doen, zal mijn kat ook op mij gaan reageren. Dan weet ik nog niet hoe lang hij dit volhoudt. Oké, nog even dan.

Lees verder

Alma

Een tijdje geleden plaatste ik het filmpje Vader en dochter, dat veel prijzen won, op het magazine. Alma is een heel ander soort filmpje, maar niet minder knap gemaakt. Ook Alma sleepte terecht een hele rits prijzen in de wacht.

Ik schreef er hier van alles over en wiste dat weer. Ik schreef iets nieuws, maar dat moest ook weer in de prullenbak. Want alles wat ik erover zeg is teveel. Het filmpje vertelt zijn eigen verhaal, met geen woord, beeld of geluidje te veel of te weinig. Dus ik laat het ‘woord’ aan Alma.

Je kunt hem fullscreen in HD kijken, dan is ie nog mooier, en vergeet het geluid niet… Veel plezier! Ik ben benieuwd naar je reactie…

Lees verder

Wraak

We dromen er stiekem allemaal wel eens van. Wraak nemen. Om iets recht te zetten (ook al weten we dat het nog krommer zal worden). Om eens en voor altijd af te rekenen (ook al zul je eeuwig in de schuld blijven staan). Om dit niet te laten gebeuren (ook al heeft het al plaats gevonden). Om het niet te accepteren… en dus iets te doen dat de ander ook niet zal accepteren.

Lees verder

Je bezit, bezit jou

Maak je geen zorgen als je de titel niet helemaal hebt begrepen. Het is Brad Pitt in de film ‘The Fight Club’ die mij jaren geleden al op het idee voor dit artikel bracht. In deze film zegt hij in de rol van Tyler Durden: “The things you own end up owning you”.

Lees verder

Geven en nemen

Het is leuk om te geven en het is leuk om te krijgen. Soms zeggen mensen, wanneer ze iets geven, dat ze niets terug verwachten. Ik krijg daar altijd een wonderlijk gevoel bij. Alsof de gever iets buiten de deur probeert te houden. Maar wat?

Wanneer mensen elkaar iets geven dan is dat voedend. Als je eten krijgt is dat letterlijk zo, en wanneer je een compliment krijgt is dat voedend voor je zelfvertrouwen. Geven is wat leven mogelijk maakt. De natuur geeft graan, de bakker brood, Google zoekresultaten, de zon warmte en docenten geven kennis en inzicht. Wanneer je iets gekregen hebt is het vreemd die ander vervolgens niets of nooit iets te geven. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat dat leven-ontnemend is, alsof je iemand het niet gunt. Dat klopt in de balans ergens niet.

Gevoelens van schuld en onschuld

Wanneer een gever geeft zonder iets terug te verwachten voelt hij zich onschuldig, en dat voelt prettig. Maar ook een gever moet krijgen om in leven te blijven, en kan zich dus niet onschuldig blijven voelen.

Wanneer je iets aanneemt (bijvoorbeeld een cadeau of een compliment) maakt dat je per definitie schuldig. Je profiteert er namelijk van, en hebt er dus baat bij. Nu ligt het in de aard van ons mensen liever onschuldig te zijn, dan schuldig. En dus doen we daar op allerlei manieren onze best voor.

” Jan woont ergens achteraf in een flat. Hij woont daar al 20 jaar. De buurtbewoners zien hem nauwelijks, alleen om zes uur ‘s ochtend en ‘s avonds met zijn hondje. Toen zijn vorige hondje overleed kwam hij weken nauwelijks buiten. Jan heeft een baan in een archief, maar niemand weet precies wat hij daar doet. Visite krijgt hij zelden. Het bestaan van Jan is verdraaid karig en het gaat met veel leegte gepaard, maar het werkt. Hij is veel onschuldig.” 

” Baukje werkt in een zorginstelling voor ouderen. Ze maakt lange dagen en is soms moe, maar daar klaagt ze niet over. Ze staat voor iedereen klaar, dag en nacht. Je kunt op haar bouwen. Wanneer je haar echter een compliment geeft dan lijkt het alsof het niet aankomt en gaat ze snel weer door. Het draait altijd om de ander, niet om haar.”

De mensen waar je zorg voor draagt, zullen je iets terug willen geven

Veel mensen die werken in de zorg hebben iets van Baukje’s leefwijze. Er kleeft echter een groot nadeel aan deze manier van leven. De mensen waar je zorg voor draagt, zullen dankbaar worden en je iets (terug) willen geven. Maar dat was nu juist wat je niet wilde. Wanneer je die dankbaarheid, in welke vorm dan ook, niet aanneemt stel je je ‘relatie-vijandig’ op. Anders gezegd: je stelt het doel, zorgen voor de ander, boven de relatie die je opbouwt. Meestal accepteert diegene voor wie jij zorgde dat uiteindelijk niet en waarschijnlijk word hij of zij een keer boos.

In Azië hebben ze er een eigen spreekwoord voor: “Waarom bent u boos op mij, ik heb u toch niet geholpen?”

Nemen is dus net zo belangrijk als geven. Ze kunnen niet zonder elkaar. Het werkt als de ontvanger iets écht aanneemt en de gever laat weten dat hij het gekregen heeft en wel of niet waardeert. Kortom je staat er beiden bij stil. Pas dan is er een balans die recht doet aan beide bewegingen, geven en nemen.

Altijd een beetje meer als principe

Als geven en nemen in balans zijn dan kan er energie stromen tussen mensen. Als dat het geval is kun je nog een stapje verder gaan. Je kunt iets doen dat het contact voor beide partijen nog voedender maakt. Dat doe je door een heel klein beetje meer te geven dan je gekregen hebt. In het opzicht van overleven is dat leven bevorderend, maar bovenal is het relatie bevorderend. Op deze manier kun je iets opbouwen, en dat is met name erg belangrijk in vriendschaps- en liefdesrelaties.

Hoeveel?

Wil je een beetje meer geven, zul je de ander een beetje moeten kennen

Wat is een beetje meer? Een beetje meer is net zoveel dat het nèt niet meer gelijk is. Dus geen karrenvracht meer, maar een pietsie. Dat kan zitten in tijd, aandacht, geld, eten. Maar ook in iets héél anders. Het doet er niet toe wat het is, als je gevoel maar zegt dat het iets meer is. Het hoeft dus ook niet hetzelfde of eenzelfde vorm te zijn als wat je hebt gekregen. Een fles lekkere wijn en een Frans kaasje meenemen als je bij iemand gaat eten, is daar een goed voorbeeld van.

Wanneer je dit beetje-meer-principe hanteert kom je simpelweg in een opwaartse spiraal, zowel wat je relatie betreft als wat betreft eten, tijd, geld, aandacht, spullen, energie, liefde, noem maar op.

Elkaars behoefte kennen

Een beetje-meer is subjectief. Wat voor jou goed of meer is, kan voor de ander iets heel anders betekenen. Wil je dus een beetje meer geven, dan zul je de ander een beetje moeten kennen. Je zult je moeten verdiepen in iemand en uitvinden wat iemand kan waarderen.

Het heen en weer geven van waardering, is het uitwisselen van liefde. Dat moet simpelweg blijven stromen. Of metaforisch gezegd, als je elkaar steeds een beetje meer eten geeft dan komt het goed, geef je elkaar steeds een beetje minder dan houd het uiteindelijk op. Daartussen kiezen is niet zo moeilijk.

Een bijdrage van Jasper Jobse Foto: Fe Ilya Flickr

Beloftes en verwachtingen

Ik geloof dat ik er zelf soms een tikje ver in ga. Maar betrouwbaar zijn beschouw ik als een belangrijke eigenschap in het mens zijn. Zowel in vriendschap, de liefde als zakelijk. Kortom wanneer er sprake is van een relatie.

Betrouwbaar zijn gaat over beloftes en het inlossen van beloftes. Nu kun je beloftes maken, maar beloftes ontstaan ook. Soms zelfs zonder dat je daar erg in hebt. De belangrijke vraag is dan niet of je ze maakt, maar hoe je ze maakt.

Het ontstaan van kleine beloftes

Vaak ontstaan beloftes omdat je zelf concrete tijdstippen, aantallen of hoeveelheden noemt. Kortom alles wat meetbaar is. Maar wij mensen praten gelukkig niet de hele dag met elkaar alsof we wetenschappers in een experiment zijn. Kinderen kunnen dat soms heel mooi even wel doen en dan oprecht aan iemand vragen: “Hoeveel houd je van me?”.

Meestal hoef je geen aantallen te noemen. Sommige dingen weet je gelukkig gewoon. Als je zegt: “Ik bel je vanavond”. Dan is dat meestal ergens tussen 18:00 uur en 22:00 uur. En dan mag je in de zomer best om 22:30 uur bellen en in de winter ligt dat weer iets anders omdat het eerder donker is.

Misschien heb je na het lezen van de vorige alinea een ander idee over de tijdstippen, want ik heb een heleboel aannames gedaan. En precies daar zit de crux van het ontstaan van beloftes. Een belofte ontstaat in wat de ander voor waar aanneemt. Dat kan echter iets ander zijn dan wat jij hebt willen overbrengen.

Je kent de volgende situatie vast: Je zegt iets en de ander knikt ja. Je denkt dat je elkaar begrepen hebt en neemt afscheid. Maar wat verwacht die ander nu? Waar laat je de ander nu mee naar huis gaan? Is dat iets dat jij waar kunt maken en wilt maken?

Verifiëren en ondubbelzinnig praten

Er zijn twee simpele manieren waarop je kunt zorgen dat er in jouw hoofd hetzelfde zit, als in het hoofd waar je het gesprek mee voerde.

  1. Vraag voordat je een gesprek of een gedeelte van een gesprek afrond (dit soort momenten herken je vaak aan het feit dat de stilte die valt net even langer duurt dan de ‘normale’ stiltes in het gesprek) wat de ander begrepen heeft.
  2. Spreek niet dubbelzinnig en neem geen dingen aan die dubbelzinnig zijn.
    Stel, iemand geeft op een vraag het volgende antwoord: “Ja, dat lijkt mij ook het beste, omdat de gewenste uitkomst afhangt van het feit dat hij ook het verband heeft aangetoond tussen de relatie onderling.”
    Het is nu verleidelijk om af te gaan op de ja aan het begin van de zin, en aan te nemen dat hij bevestigd heeft. Ja, is tenslotte een bevestiging. Maar heeft deze persoon ook willen bevestigen? Hij was niet ondubbelzinnig en dus is het handig te checken wat hij nu precies bedoeld heeft.

Het dubbelzinnige is er soms ook met het gebruik van ja en nee als antwoord op schijnbaar simpele vragen. Vooral vragen waarin ontkennende vormen zitten, kunnen lekker verwarrend zijn. Als iemand je vraagt: “Wil je dat ook niet?” En jij antwoord: ” Ja!” Heb je dan ingestemd met het niet-willen? Of wil je wel? En als je nee gaf als antwoord, ontken je dan het niet-willen en wil je het dus wel? Of bevestig je juist in je ontkenning het niet te willen? Meestal kun je het gelukkig wel uit de intonatie opmaken, maar ja dat is dan wel weer een aanname…

Een artikel van Jasper Jobse, foto: Dyanna Hyde Flickr