Nieuwsberichten met als sleutelwoord: nee zeggen

Het Ferrari gevoel

Ze was altijd druk en had altijd haast. Bij alles wat ze deed leek het of ze met een Ferrari door de stad scheurde en daarmee haar taken vervulde. Vol gas optrekken, met piepende banden door de bocht, uitwijken voor al die andere overbodige verkeersdeelnemers, en dankzij de ABS weer op tijd stilstaan voor het volgende verkeerslicht. Achttien uur racen per dag. Thuis en op het werk. Dag in dag uit. Week in week uit. Eigenlijk al haar hele leven lang. Slechts zes uurtjes slapen en ook daarin heftige dromen met bloedstollende achtervolgingsscenes. Angst om te falen. Angst voor afwijzing. Angst voor werkelijk contact. Altijd op pad. Altijd op de vlucht. Op zoek naar goedkeuring en acceptatie. De wereld lag ermee bezaaid, maar zij ging er zo hard aan voorbij dat ze het helemaal niet opmerkte.

En zo kwam ze ook bij mij. Ze deed haar verhaal ronkend en snel: dat alle anderen zo passief waren en dat zij alles zelf moest doen. Ze kon haar ergernis niet meer onderdrukken en dat droeg niet bij aan een oplossing, integendeel. De wanhoop in haar leven kon ze wel onderdrukken, maar ook dat hielp niet. Zij was Sterk. Snel, bijna Perfect, en ze deed het voor de Anderen. Ze offerde zich op. En ze beleefde er maar weinig vreugde aan. Maar het moest. Van wie? Geen idee. Het moest! Gewoon! Omdat het moest!

Of ik het onderhoud maar even wilde doen

Deze Ferrari was op. Er was heel veel achterstallig onderhoud. De dashboardlampjes knipperden rood en oranje, dus er moest iets gebeuren. Of ik het onderhoud maar even wilde doen. Niet voor haar, maar voor die anderen. Snel en perfect. Dan kon ze weer verder. Tijdens de intake bleef ze in de auto zitten met het gas erop, alsof ze bang was dat de motor zou afkoelen en dan minder zou presteren. Het was voor haar onmogelijk om even uit te stappen en de sleuteltjes aan mij te geven. Ze deed haar
verhaal op volle toeren. De uitlaat was niet meer helemaal fris, dus je kunt je voorstellen hoe dat klonk. Het was voor mij onmogelijk om zo contact met haar te maken. Ik stelde wel vragen en tikte tegen het raampje, maar ze verstond me niet; overstemd door de lekkende uitlaat en zwaar ratelende mechanica.

De lucht om ons heen begon door de uitlaatgassen al aardig te meuren. ‘Is dit wat er bij je thuis ook gebeurt?’ schreeuwde ik. De motor maakte even iets minder toeren. ‘Is dit wat jij wilt dat er gebeurt?’ Ze liet het gas abrupt los; de motor draaide nu stationair. ‘Is dit wat je huisgenoten willen dat er gebeurt? Vinden zij je nog wel aardig?’

Klik. Stilte.

Als jij de motor niet stilzet, dan kan ik er niet aan werken. Aan een oververhitte motor brand ik mijn vingers. Daar bedank ik voor.’ Ze begreep het. Met een heel klein beetje opluchting en een heleboel tegenzin. ‘Wat zou je eigenlijk willen?’ Ze keek weg en aarzelde. Rust? Liefde? Geborgenheid? Ze wist het niet goed. ‘Mooie doelen’ prees ik haar, ‘Ga je die zo bereiken?’
En pas toen, heel langzaam, draaide ze zich naar me toe.

een artikel van Rolf Torenbeek, Foto: Axion23

Het lieve meisje

Ben jij zo iemand die altijd doet wat haar gevraagd wordt, zo hard mogelijk werkt en bij iedereen in de smaak wilt vallen? Dan heb jij misschien last van het lieve-meisjessyndroom. Het type meisje dat zich zo uitslooft om het anderen naar de zin te maken dat ze zichzelf verwaarloost. Vroeger was ik ook zo’n lief meisje. Eigenlijk was ik dat het grootste deel van mijn leven geweest. Maar vooral het afgelopen jaar is mijn leven drastisch veranderd. Wat is er met me gebeurd? Er lijkt maar een omschrijving voor te zijn: Ik ben een meid met pit geworden.

Lees verder

Hij weet waar spons woont

Spons loopt naar de brievenbus. De postbode weet hem altijd goed te vinden, ook al woont hij helemaal niet op een zichtlocatie. Twintig brieven vandaag. Spons gaat er eens lekker voor zitten en opent de eerste brief.
Beste spons,

Ik schrijf je deze brief. Ik heb vaak geprobeerd om deze brief te sturen aan diegene voor wie hij eigenlijk bedoeld is. Maar ik kreeg al mijn brieven ongeopend retour. Ik heb vele adressen geprobeerd, verschillende postzegels en een leger aan postbodes. Ik ben zelfs op schrijfles geweest omdat ik dacht dat het wellicht aan mijn handschrift lag. Maar het mocht allemaal niet baten. Inmiddels is mijn frustratie daarover zo hoog opgelopen dat ik heb besloten de brief aan jou te schrijven. Bij jou komen alle brieven altijd binnen, is me ter ore gekomen. Bijzonder hoor.

Nou goed, de brief is dus niet voor jou bestemd, maar je moet je frustratie van je afschrijven want anders ontploft een mens. Toch? Nou, daar komt ie dan, he. En niet schrikken, want in het echt val ik best mee.

Ik vind jou een stom mens. Zo dat moest ik even kwijt. Lucht enorm op ook! Dank je wel.

Domino.
Spons zou spons niet zijn als hij geen aardig briefje terug zou schrijven. En zo geschiedde:

Beste domino,

Dank je wel voor je brief. Het klopt, ik ben een ontzettend stom mens. Soms vergeet ik het wel eens, maar het is zo vaak tegen me gezegd dat er toch een kern van waarheid in moet zitten. Fijn dat er altijd mensen zijn die je eraan herinneren.

Wat ik me nog afvraag:

Lucht het echt (maar dan ook echt) op, om een boodschap aan het verkeerde adres af te leveren?

Groeten van Spons.
Die dag beantwoordt Spons nog 19 andere brieven. Hij pakt 20 maagdelijk witte enveloppen uit zijn secretaire en likt de gom van de postzegels nat. Dan gaat hij zijn dagelijkse gangetje naar het postkantoor.
Nog geen twee dagen later krijgt hij weer een brief van Domino en 24 lotgenoten. Hij opent de brief van Domino als eerste en leest.
Beste Spons,

Wat een heerlijk gevoel dat ik mijn brief nu eens niet ongeopend retour heb gekregen. Dit bevalt me echt prima. In andere woorden: dit lucht me dus echt (maar dan ook echt) op. Wel moet ik zeggen dat ik inmiddels weer aardig wat dominostenen over me heen heb gekregen, dus ik moet weer even wat kwijt. Zit je er klaar voor? OK, dan.

Eigenlijk, Spons, vind ik jou een loser. Een loser van het ergste soort. Ik walg van je!

Zo, nu kan ik weer rustig ademhalen. Tot de volgende brief dan, he. Niet heel veel langer. Dus .. tot snel,

Domino.
Spons bedenkt dat Domino best een punt heeft. Is het eigenlijk niet een beetje zielig als je andermans woede met liefde incasseert? Dan ben je best wel een beetje een loser, vindt Spons. Spons wacht geen seconde langer en schrijft meteen een brief terug.
Beste Domino,

Een loser? Ja, dat ben ik. Je hebt gelijk (maar dan ook echt gelijk). Het is best wel dom om te reageren op brieven die niet eens voor mij bedoeld zijn. Hoe meer ik erover nadenk, hoe dommer en dommer ik het vind. Wat een loser, zeg!

Het zal niet meevallen, maar ik beantwoord geen brieven meer die niet voor mij bestemd zijn.

Bedankt dat je me de moed hebt gegeven om te stoppen!

Groeten van Spons.

Een bijdrage van Marina NoordegraafFoto: Flickr

Over dapper

Toen ik eind november mijn baan opzegde zonder een nieuwe te hebben, en zonder een helder en gekaderd plan voor ogen te zien, vonden veel mensen me ‘dapper‘. Ikzelf vond het noodzakelijk. Ik was geen seconde bezig met de gevolgen die er aan vast geplakt zaten (drie weken later werd ik behoorlijk ziek, en had daarmee meteen het antwoord). Natuurlijk zat ik niet te springen om deze wending, maar het kon niet anders, en dus volgde ik de stroom.

Lees verder

Subtiel

Wat doet u als uw schoonmoeder zichzelf alweer uitnodigt voor het eten en u heeft er helemaal geen zin in? Gaat u dan met uw partner ruzie maken? “Je weet toch dat ik daar geen zin in heb”, “we hadden toch afgesproken dat je dat eerst zou overleggen?”, “Ga maar bij je moeder wonen als je haar liever om je heen hebt dan mij”, of zegt u gewoon tegen uw schoonmoeder, “sorry even geen zin in je bezoek, we bellen wel weer”. Zo zou ik het zeggen. Gelukkig voor haar heb ik geen schoonmoeder.

Ik floep er altijd uit wat ik denk. Soms valt het in een groep mensen opeens stil. Dan weet ik hoe laat het is… “oh, ik was zeker weer niet subtiel?” Begint of iedereen te lachen OF het blijft stil. Dan was het dus echt erg.

Vroeger was er een meisje dat mijn vriendinnetje wilde zijn, maar ik niet de hare. Ik liep in een pauze door de gang en zag daar een juf op mij af komen stormen. Ze leek op een briesend nijlpaard. Het meisje al sleurend achter haar aan. Ik moest mijn excuses aanbieden, een hand geven en zeggen dat ze best mijn vriendin mocht zijn. Dat meisje stond er in tranen bij. Ik wilde niet rot doen, “er zijn vast wel anderen die je vriendin willen zijn”. Het briesende nijlpaard ging nog harder briesen en het huilende aanhangsel stortte zich tegen haar aan. Tot op de dag van vandaag ben ik zoekende om mij subtieler uit te drukken.

Als een vriendin voor de zoveelste keer vertelt wat er allemaal in haar relatie niet goed gaat, geen enkele stap zet om daar zelf iets aan te veranderen en vraagt: “je vindt zeker dat ik zeur”. Dan probeer ik tegenwoordig te antwoorden: “waarom denk je dat?” Dat trucje heb ik van mijn psycholoog afgekeken. Zo creëer je tijdwinst om na te denken over je volgende subtiele reactie. “Nou omdat ik het steeds over mezelf heb en zo, vind je niet dan?” Ik haal diep adem: “en wat ga je daar aan doen?” Die heb ik zelf bedacht. “Dus je vindt dat ik zeur?” Wat kan ik hier nu nog bedenken aan tactische opmerkingen….. “Ja, je zeurt”.

Ik heb met vrienden afgesproken dat ze mij erop wijzen als ik TE niet subtiel ben. Helaas heb ik veel softe vrienden. Die vinden het juist geweldig dat ik zeg wat zij niet durven zeggen. Dus daar heb ik niets aan. Dat ga ik ze vertellen.

Maar hoe?

Een bijdrage van April Ranshuijsen, Foto: Gerard Stolk Flickr

Nu Nee zeggen, levert Later Ja op

‘Maar je gaat dus niks meer voor ze doen?’ vroeg een vriendin me laatst. ‘Nee’ zei ik dapper. Helemaal overtuigd was ik daarvan nog niet. Maar soms helpt het om dat stuk maar gewoon te negeren. Om door te gaan met dat waarvan je zeker weet dat het goed is, maar waar de rest van je lijf nog niet van onder de indruk is. Door angst voor het onbekende en wonderlijke maatschappelijke condities die je ooit aangeleerd hebt.

‘Echt niets meer?’ vroeg ze nog een keer. Het is natuurlijk niet voor niets een vriendin. Die laten zich namelijk niet zo makkelijk afschepen met een simpel ‘Nee’. ‘Nee’, zei ik nogmaals. ‘Maar als ik alleen nog maar brood met pindakaas kan eten, dan denk ik er heus nog wel 3x over na..’ ‘Oh…. zie je wel’, was haar laatste lachende reactie.

Lees verder

Opzeggen

Onlangs heb ik mijn digitenne (televisie bij de KPN) abonnement opgezegd. Scheelt me € 8,50 in de maand. Daar kun je best veel lolly’s van kopen.

Om op te zeggen bij de KPN moet je bellen. Een brief mag niet meer. Past ook wel bij een belbedrijf. Ik denk nog even dat me dat de kosten van een postzegel scheelt. Maar het telefoontje zal 9 minuten duren a € 0,10 per minuut. Dat is twee lolly’s minder deze maand.

Uiteraard sta ik even in de wacht. Zonder muziekje, met aan het einde een aardige meneer. Ik blijk eenvoudig op te mogen zeggen en het mag al over een maand. “Waarom wilt u opzeggen?” vraagt de man. “Omdat ik geen televisie meer kijk.” zeg ik naar waarheid. Waarop er zo’n mooie stilte valt, zoals die vaak vallen na een oprecht antwoord.

Ik krijg een ingewikkeld nummer voor de retourzending van het apparaat. Dat nummer moet ik op de doos zetten. Ze komen het ophalen. ” ‘s Avonds natuurlijk. Want overdag werkt u.” zegt hij. Ik krijg het gevoel van iemand in een woonkamer die zich op een gure herfstavond realiseert dat het buiten al donker is, en hij zijn gordijnen nog open heeft in zijn verlichte woonkamer.

‘s Avonds natuurlijk. Want overdag werkt u.

Hij zegt dat ik ook een telefoonabonnement heb. Ik denk een milliseconde dat hij me kent. Wat fijn… En voor ik er erg in heb, schiet ik achter inmiddels gesloten gordijnen in de schaapskleren-observatie-modus. Al snel volgt de daar-gaan-we-gedachte, zoals je die ook onontkoombaar voelt op het hoogste punt van een achtbaan. Hij ziet een mogelijkheid om mij een ander product aan te bevelen:

“Ik kan u drie maanden gratis telefoneren aanbieden. Heeft u daarin interesse?”
– “Nee.”
“Waarom niet?”
– “Omdat u een bedrijf bent en uw primaire doel is vast winst maken.”
“Maar wilt u dan niet drie maanden gratis bellen?”
– “En dan?”
“Dan krijgt u van mij een jaarcontract. U heeft nu namelijk een maandcontract.”

Ik ben dol op contracten. Ook op vriendelijke meneren. En op agenda’s. Vooral dubbele.

Een column van Jasper Jobse, Foto: Marxpix Flickr

Nee zeggen

Wat is het toch soms moeilijk om nee te zeggen. Ik worstel er zelf nog wel eens mee en mijn cliënten dikwijls. Hoe komt dat? Waarom is dat drieletter woord soms zo beladen? Waarom kan het voelen alsof het heiligschennis is om nee tegen iets te zeggen? En waarom belanden we op feestjes waar we niet heen wilden?

Lees verder