Nieuwsberichten met als sleutelwoord: liefde

Het potje en het podium

Ik zit in een zaal met tweehonderd collega therapeuten. Op zo’n rode congresstoel; stapelbaar geen armleuningen. Vooraan op het podium staat Wibe Veenbaas. Een fijne leermeester. We krijgen allemaal de opdracht een gedicht te schrijven met als titel “Het is de aard van het bestaan, de dingen die niet overgaan.”

Ik begin te schrijven en zonder het op te merken, ben ik weer kind in onze oude keuken met de versleten houten vloer. Het is die dag dat mijn moeder het potje liet vallen. We zijn arm, maar mijn moeder staat erop toch biologisch te eten. Ze komt thuis met een volle tas en het potje valt over de rand.

Het is die dag dat mijn moeder het potje liet vallen

Het is dat ene potje, dat niet mág breken. Dat wat ik het liefste eet. Elke dag. Het broodbeleg van gemalen hazelnoten en rozijnen. Je moet weten dat zo’n potje tegenwoordig € 8,50 kost.
Ik buk en zeg dat ik alle scherven er wel uit zal halen. “Nee.” zegt ze. “Alles gaat in de vuilnisbak.” “Maar…” probeer ik nog. “NEE!”

Ik snap het niet. Maar weet dondersgoed wat dat betekent. Dat betekent dat ik het een hele maand niet kan eten. Och was papa maar hier. Die kocht gewoon een nieuwe. Papa heeft geld genoeg. Maar papa’s naam mag hier in huis niet genoemd worden. Hij is hier nog nooit binnen geweest.

Ruim voor tijd ben ik klaar met mijn gedicht. Ik kijk om me heen en zie veel mensen schrijven. Grappig zonet was ik me niet bewust dat we met zoveel zijn, nu weer even wel. Wibe geeft aan dat de tijd om is en vraagt wie er iets wil delen. Zo snel als mijn gedicht kwam, gaat ook mijn vinger omhoog.

Hij nodigt me uit en ik loop naar het podium. Bij de drie tredes omhoog veranderd er iets in mijn benen. Mijn lijf weet wat ik ga doen. Wanneer ik vooraan op het podium sta beginnen mijn knieën te knikken en wanneer ik wil spreken; komt er niets uit. Ik kan geen woord zeggen. Tweehonderd paar ogen kijken naar me. Zien een man waar geen woorden uit komen.

Wibe loopt naar me toe, gaat achter me staan en mijn lijf leunt zachtjes tegen hem aan. Mijn knieën stoppen met knikken, mijn keel stopt met knijpen. Wanneer ik denk dat hij weg zal stappen blijft hij nog even staan.

Ik kan voelen dat het goed doet, maar dat ik zo niet kan vertellen. Er is iets dat nog niet klopt. Hij stapt naar achteren. Alsof hij zonder woorden zegt: je moet het wel zelf doen, maar hoeft het niet alleen te doen.

Dan begin ik. Ik spreek over volle potjes en gevoelens van leegte. Het vervult me.

Foto: Gareth Hubbard, Unsplash

Het kind van zijn dromen

Reeds dagenlang trokken ze door de woestijn. De watervoorraad was flink geslonken en terwijl ze de zon door hun hoofddoeken voelden branden, hunkerden ze naar de koelte van de volgende oase. Naarmate de dag verstreek, verstomden de verhalen. Het beetje energie dat hun nog restte, hadden ze hard nodig voor de uitputtende reis.

Plotseling zag een van hen, hij was de leider en reed daarom voorop, in de verte iets op de grond liggen. Wat het was, was niet meteen te zien. Hij gaf zijn kameel nog één keer de sporen en zag, dichterbij gekomen, de armzalige resten van een ineengezakt menselijk lichaam.

Lees verder

Intimiteit

Leer je elkaar echt kennen als je veel bij elkaar bent? Wat is intimiteit? Hoe ver sta je toe dat iemand dichtbij komt? Dien je daar iets voor af te spreken? Waar liggen die grenzen? Is intimiteit minder intiem met een vreemde? Of juist intiemer?

In 1957 deden William Masters en Virginia Johnson een bijzonder experiment. Ze vroegen vreemden om elkaar uit te kleden. Meer dan 50 jaar later vroeg Tatia Pilieva aan vreemden hetzelfde te doen. Elkaar uitkleden en in bed stappen. Niets anders. Geen regels. Het resultaat is prachtig! Lees verder

Waarom gaan mensen scheiden?

Van de geliefden die trouwen gaat 38%* weer scheiden. En dat percentage stijgt nog steeds. In Amerika ligt het percentage al op 50%. Dat is hoog.

De opgegeven redenen voor al die scheidingen variëren nogal. Zo wordt in onderzoeken geldproblemen vaak genoemd. Zijn er evolutietheorieën die beweren dat mensen in essentie niet monogaam zijn. En er zijn ideeën dat mensen in de moderne-tijd hun partner inruilen zoals ze met hun mobiele telefoon doen; het nieuwste model nemen.

Bij veel verklaringen krijg ik het gevoel dat ze vooral over externe factoren of de biologie gaan. Ik geloof dat het antwoord dichterbij ligt.

Lees verder

Zweethut

“Ik denk dat ik een sauna in het bos ga bouwen”, zei Felix op de warmste nacht van de herfst.

“Ik ga met je mee”, zei ik.
“Ik ook”, zei Diego, een vriend van Felix.

De gedachte om de hele nacht in een bos te zijn, maakte me rustig. De laatste weekends spendeerde ik vooral in cafés met mijn voornaamste attributen: alcohol, sigaretten en andere verdovende middelen.

Felix zette een stoof op een open plek in het bos en gaf me een zaag: “Gaan jullie even takken zagen voor de sauna?”, vroeg hij ons. En zo stond ik om elf uur ‘s nachts de takken van een boom te zagen en dacht: dit is het leven. Geen verdovende middelen, geen vals lachende gezichten op feestjes. Leven is de takken horen kraken.

Lees verder

Ik stond erbij

Er zijn van die momenten dat je je als man totaal geen houding weet te geven. Geen doel voor jou om te bereiken. Niets om je tanden in te zetten. Maar je aanwezigheid is gewenst, broodnodig zelfs. Dus daar ben je dan, met weinig meer te doen dan geconfronteerd worden met je eigen emoties, een beetje met de tijd boksen. Ik schat zo in (ben geen vader) dat wanneer je vrouw gaat bevallen zo’n moment is. Dat hoe je het ook doet je het toch niet goed doet, en dat het feit dat je erbij bent dan weer sowieso gewoon helemaal goed is.

hoe je het ook doet je het toch niet goed doet

Niels van Koevorden maakte een prachtige documentaire over ‘de machteloze bijrol’ (zoals Martijn Simons het in de Volkskrant mooi verwoord) van drie aanstaande vaders voor, tijdens en na de bevalling.

” Stuk voor stuk proberen Bart-Jan, Marc en Ernest het beste voor hun vrouwen te doen, en staan ze uiteindelijk geroerd te kijken naar hun pasgeboren kind, de een in tranen, de ander telkens ‘Goed zo, moppie’ mompelend als de baby zijn eerste kreten slaakt. ‘Ik stond erbij’ is een schitterende ode aan de vrouw, aan het leven, gezien door de ogen van de man.”

Martijn Simons

Vanaf september 2014 is de documentaire op dvd te koop.

Het lieve meisje

Ben jij zo iemand die altijd doet wat haar gevraagd wordt, zo hard mogelijk werkt en bij iedereen in de smaak wilt vallen? Dan heb jij misschien last van het lieve-meisjessyndroom. Het type meisje dat zich zo uitslooft om het anderen naar de zin te maken dat ze zichzelf verwaarloost. Vroeger was ik ook zo’n lief meisje. Eigenlijk was ik dat het grootste deel van mijn leven geweest. Maar vooral het afgelopen jaar is mijn leven drastisch veranderd. Wat is er met me gebeurd? Er lijkt maar een omschrijving voor te zijn: Ik ben een meid met pit geworden.

Lees verder

Het is tijd

We leven in een verwarde wereld
Waar het rommelt, broeit en schuurt
Waar wordt gestreden, gevochten, geëist en gestaakt

Soms om te behouden wat is
Soms om op te komen voor dat wat zou moeten zijn

Maar dit is geen tijd om strijdend ten onder te gaan
Het is tijd om te leven
Met een open hart
In liefde en met liefde

Want daar waar liefde heerst
kan energie weer stromen
En kou weer warm worden

Het is tijd om te zoeken
naar wijsheid en waarheid

Tijd je te verbinden
Met je verlangens
Met je innerlijke God(in)
En de vurige wens weer een met hem of haar te zijn

Dat vraagt moed
Moed om te durven wiebelen
Om kwetsbaar te zijn
Om vragen te stellen zonder te weten of je antwoord krijgt

Het vraagt moed om keuzes te maken
Te stoppen met dat wat niet meer voldoet
En te gaan voor dat wat jouw liefde verdient

Het vraagt moed om echt te durven leven
Voluit
In alle aanwezigheid
En in volledig contact

Het is tijd
Het is jouw tijd

Een bijdrage van Janneke Robers, Foto: Flickr

Als de sodemieter aan de liefde jij!

‘Ik dacht dat jij een vriend had. Want je bent zo leuk’, zei iemand laatst. Het was een vrouw van een jaar of veertig. Een vriendelijke, lieve vrouw. Intelligent en onbevooroordeeld. En hoewel de vrouw een mooi mens is, schijnt haar opmerking de doodsteek in singles-land te zijn. Ik zie dat zelf ietsje anders, omdat ik eerder gevoelig ben voor wíe het zegt, en – vooral – hóe. Maar goed. Dit schijnt ernstig te zijn. Daar kwamen we al snel achter…

Ik dacht dat jij een vriend had. Want je bent zo leuk

Ik ontving de opmerking als compliment. ‘Ja,’ antwoorde ik dus, ‘Dat vind ik ook! Raar hè’. ‘Ja’ zei zij weer. ‘Ik had het me bij jou helemaal niet voorgesteld. Dat je geen vriend zou hebben’. Ik vond het gesprek met de seconde interessanter worden. Ik verbaas me zelf namelijk ook geregeld over dit feit. Het is toch ook wonderlijk? De één loopt de ene na de andere relatie in en uit, een tweede slijt vijftig jaar van zijn leven met één iemand, en een derde ziet alles om zich heen gebeuren, maar maakt geen enkele aanstalte om de situatie eens grondig aan te pakken. Een prachtig fenomeen!

Maar. Zoals ik al zei. Dit scheen toch best wel een heel ernstige situatie te betreffen: Ik zonder relatie, en de mooie vrouw die zich hardop daarover uitsprak.

Net toen wij gezellig keuvelend – zonder enig oordeel – ons over dit vraagstuk heen bogen, sloot een andere vrouw naast ons zich bij het gesprek aan. ‘Maar hoe komt het dan dat je niemand kunt vinden?’ vroeg ze. Onmiddelijk veranderde de toon-zetting. ‘Ehm.. Niemand kan vinden?’ stamelde ik. ‘Nou.. Ik zoek niet echt iets. Ik ben niks kwijt of verloren. En er is ook niets gejat.’ De nieuwe vrouw in het gesprek hoorde me wel, maar luisterde niet. Ze ging door met haar analyse. Die nu opeens niet meer gezellig keuvelend over het fenomeen ‘liefdesrelaties’ ging, maar… over mij. Ik was opeens een ‘probleem’ geworden. En ik scheen de grote onwetende in het geheel te zijn.

De vrouw ging door. Dat ik er toch best ongelukkig onder zou moeten zijn. En dat ik vast ook wel een arm om mijn schouders misste. Ze vroeg zich hardop af of ik te assertief, autonoom, eigenzinnig, vrijbuiterig, afwijzend of kritisch was. Ik zat er bij en keek er naar. ‘Mag ik iets zeggen?’ vroeg ik na een tijdje.

Iedereen die me goed kent, weet dat als er zulke zinnen volgen, ik eigenlijk stiekem op het dak zit van irritatie maar dan nog even vind dat ik dat beleefd moet overbrengen. De vraag is dan ook zelden een oprechte vraag. En verlaat nog minder vaak neutraal mijn mond. Een antwoord hoef ik ook eigenlijk niet. Het is meer een voorbereiding voor het statement dat volgt. En omdat er heus nog wel eens enige onzekerheid in mijn systeem verscholen ligt, lijkt het me allemaal vooral heel handig als ik taalkundig dit statement even frame en netjes inleidt. Met een nep-vraag welliswaar. Dus.

Als ik niet gelukkig ben, bel ik vrienden en kijk in de spiegel

‘Mag ik iets zeggen?’ De vrouw keek op. Natuurlijk mocht dat. Ze ging er vriendelijk en quasi-therapeutisch voor zitten. ‘Ik zit er niet mee.’ zei ik. Oke, geen hele sterke tekst. Maar beter kon ik het nog even niet omschrijven. ‘Mijn leven is mijn leven’ vervolgde ik. ‘Niet dat van jouw projecties. En niet dat van de maatschappij. En ik ben gelukkig. En ook heel vaak niet. Maar dat geeft niet. Dat hoort bij Leven. Als ik niet gelukkig ben, bel ik vrienden en kijk in de spiegel. En doe er iets aan. Ik heb geen procesmatig projectplan, schema of systeem om een ‘man’ te vinden. En ook geen theoretische onderbouwing over het waarom in ‘mij’. En ik vind dat ook nergens voor nodig. Het is allemaal goed zoals het is. Je kunt relaties niet plannen. Net zoals ik dat niet heb bij vriendschappen, carrieres en gezondheid. Het gebeurt gewoon allemaal – hetleven. Het is. En je kunt je er alleen aan overgeven, lief zijn en open staan voor dat wat komt. En als het niet komt: C’est ca. En aangezien ik er niet mee zit, lijkt het me heel erg onnodig dat jij er wèl mee zit!’

Meestal is het een heel slecht plan als ik teksten opkrop en dan de kraan open zet.  Vooral als iemand even daarvoor als een wervelwind op me heeft zitten projecteren. Bedacht heeft hoe ik zijn of doen moet. Of voortdurend zijn eigen leven spiegelt aan dat van mij. Dat zijn de ergsten. Als we opeens ‘zo hetzelfde zijn’. Dan kan ik maar beter zwijgen. Maar dat doe ik natuurlijk niet. Nee. Helaas. ‘Zie je nou?’ zegt de vrouw.  Ze kijkt me verbeten aan. ‘Als je je nou eens wat inhoudt, vind je vast snel een man. Want je bent verder hartstikke leuk…’

Een bijdrage van Annette Dölle, Foto: Amarand Agasi Flickr

De ingrediënten van een goede liefdesrelatie

Goede liefde vinden betekent goed zoeken met al je zintuigen, je intuïtie en je verstand. En als je hem of haar gevonden hebt dan begint het poetsen, polijsten en verzorgen en … nog eens poetsen, polijsten en verzorgen.

De liefde is een mooi ding en een groots ding, héél groots. En zoals grote gebouwen een meerjaren onderhoudsplan nodig hebben, heeft de liefde dat ook.

Dit is wat een goede relatie goed maakt en houdt:

Lees verder

Liefde – De Kerst Editie

Jaren geleden was ik juf van een groep 12 jarigen in Amsterdam. De groep bestond uit een mooie mengeling van allerlei culturen en achtergronden. Uit talloze gedachten en gevoelens. ‘Begrip hebben voor elkaars verschillen, en kijken naar de verbinding’ stond dan ook altijd hoog op het prioriteiten-lijstje in de klas.

Zo ook toen Kerst naderde. De Islamitische kinderen van de groep vierden geen kerst. Maar dat mocht de pret niet drukken. Het feest was voor iedereen. Ik, als goed opgevoed katholiek, vertelde zo smeuïg als mogelijk over het christelijke verhaal. Ik besprak de Scandinavische goden. De oorsprong van de kerstboom. En nam zelfs de Amerikaanse versie met de Kerstman en Coca Cola even mee.

Lees verder

Alles voor de glimlach

Ik krijg nog al eens de vraag van cliënten waarom we ons gedragen zoals we doen. Dat is een grote vraag. Een vraag waar ik geen sluitend antwoord op heb. Wat ik wel weet is dit.

Gedrag leren we aan als reactie op de omstandigheden waarin we worden geboren en opgroeien, en vaak doen we na wat we voorgeleefd kregen.
Kortweg gezegd: er gebeurt iets en een kind geeft het best mogelijk antwoord gegeven de vermogens, kennis en ervaring die hij/zij heeft. Vaak niet eens letterlijk door iets te zeggen, maar vooral door iets te doen of te laten. En dan gebeurt er weer iets en daar reageert het kind weer op. Als dat wat het kind doet tot een verbetering van de situatie leidt, dan zal dat kind dat blijven doen tot het een betere gedraging ontdekt.

Lees verder

De liefde

Alleen al de muziek is fantastisch. En dan die beelden. De druppels, het glas, de rook uit de schoorstenen, het gure weer, de stap in de plas….

Ik zal er niet meer over zeggen. Geluid aan… HD aan… Een klik op het maximaliseer knopje… Gegarandeerd kippenvel!

Lees verder

Het vieze koekje

Het is half drie in de ochtend en ik zit op een tafel in de woonkamer annex keuken van een trainingscentrum. Iedereen slaapt en ik zit met een jonge dame naast me te filosoferen over duizend en één dingen. Ik weet dat ik beter naar bed kan gaan, want om half acht gaat mijn wekker en kan ik me weer voorbereiden op een nieuwe, lange dag vol nieuwe informatie. Ik zit in een training over coaching.

Toch blijf ik hier op de tafel zitten, een beetje voor me uitstarend. Een kriebel in mijn onderbuik zorgt ervoor dat ik mijn slaapsignalen negeer en de emotionele aantrekkingskracht versterkt enkel de wil om nog langer op te blijven. In mijn hoofd merk ik dat ik afgeleid wordt door een stemmetje dat zich steeds meer op de voorgrond presenteert. Het wil aandacht, en ik weet dat negeren niet helpt.

Lees verder

Carpe Diem

Ken je dat, die dagen dat je echt gelukkig bent? Alles klopt; liefde is overal, je geniet van de bomen, de sprinkhaan, de mensen op straat, de zon, de maan. Het is goed. Heerlijk zijn die dagen. Ze zijn bijzonder omdat er veel dagen zijn waarop het niet zo is. We zijn druk, druk, druk. We jagen onze idealen na (lees: de hang naar perfectie en de normen van onze uit de hand gelopen consumptie en prestatie maatschappij). We zeuren over wat niet gaat zoals we willen, we zeulen de shit uit ons verleden mee en we reiken naar de toekomst, want dan wordt alles beter.

Lees verder

Nee zeggen

Wat is het toch soms moeilijk om nee te zeggen. Ik worstel er zelf nog wel eens mee en mijn cliënten dikwijls. Hoe komt dat? Waarom is dat drieletter woord soms zo beladen? Waarom kan het voelen alsof het heiligschennis is om nee tegen iets te zeggen? En waarom belanden we op feestjes waar we niet heen wilden?

Lees verder

Je eigen waarheid leven

Een bevredigend leven leiden gaat over je eigen waarheid leven. Gehoor en vorm geven aan iets dat brand in je lijf, je hoofd en je gedachten. Soms sluimerend ver weg, soms onontkoombaar op de voorgrond, soms zelfs je blik ontnemend van andere zaken.

Lees verder

Wie kost er energie en van wie krijg je energie?

Soms is het goed de mensen met wie je omgaat zo af en toe eens onder de loep te nemen. Mensen om je heen bepalen namelijk voor een behoorlijk deel je energieniveau. Dat doen ze niet bewust en jij doet dat ook niet bewust, maar het gebeurt wel.

Van de ene persoon krijg je energie, en de andere persoon kost energie. Bij de één voel je je fitter na afloop, bij de ander ben je bekaf. De één is een motortje voor je de ander een putje. Daar is niets mis mee. En het gebeurt. Dus daar mag je je best bewust van te zijn. Doe je er niets mee en omring je je met mensen die je veel energie kosten (zoals een vervelende baan met dito collega’s), dan loop je op termijn zelfs kans op een burn-out of overspannenheid.

Van de ene persoon krijg je energie, en de andere persoon kost energie

Of je energie krijgt in contact met iemand hangt van het soort contact af dat je hebt met iemand. Grofweg zou je kunnen zeggen dat er vijf pijlers in het contact met mensen zijn:

Verbaal

Hoe praat je met de ander? Ontwikkel je samen ‘taal’? Ontstaan er woorden/zinnen die veel betekenis hebben? Voelt het prettig om je verbaal naar elkaar te uiten? Durft de ander ook echt aanwezig te zijn in een gesprek? Durf je complimenten te geven? Kun je complimenten echt aannemen? Krijg je de ruimte om jezelf te uiten? Kortom: met elkaar een goed gesprek kunnen hebben, dingen durven benoemen, en dat van elkaar kunnen waarderen.

– Goed verbaal contact zorgt ervoor dat je je begrepen voelt.

Non-Verbaal

Durf je de ander aan te raken? Hoe groet je de ander (vooral verbaal of ook non-verbaal)? Durf je te spelen met elkaar? Een aai over elkaars bol, knuffelen, duwen, tikken, hand op elkaars schouder? Voelt het prettig? Ontstaan er rituelen om dit non-verbale heen? Juist door de non-verbale communicatie krijg je een sterke emotionele binding met elkaar. Het versterkt relaties zowel zakelijk als vriendschappelijk. Als je elkaar goed aanvoelt op non-verbaal niveau en weet wat er kan, voelt het goed.

– Goed non-verbaal contact zorgt ervoor dat je je veilig kunt voelen.

Integriteit

Handel en uit je, naar wat je denkt, voelt of wilt? Of houd je je in? Jezelf inhouden kost bijna altijd meer energie dan je uiten. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of je je laat leiden door maatschappelijke beperkingen. Of mogen gedachten komen en gaan zoals ze zich in het contact vormen? Wat in contact heel prettig is, is dat je niet steeds hoeft te raden wat de ander wil of vindt.

– Integer contact zorgt dat je je vertrouwd voelt.

Achtergrond en karakter

Jezelf inhouden kost bijna altijd meer energie dan je uiten.

Elkaar leren kennen als er oprechte interesse voor elkaar is, is erg leuk. Heeft iemand een natuurlijk verlangen tot rust of juist tot gezelligheid? Denkt iemand: problemen-moeten-er-zijn of denkt iemand aanpakken-en-oplossen? Er zijn veel verschillen in hoe mensen denken, zijn opgegroeid en zich hebben ontwikkeld. Dat van elkaar weten creëert begrip. Is iemand bijvoorbeeld opgegroeid in een ontwricht gezin? Was het thuis competitief? Of draaide het juist om samenwerken? Was je alleen of had je broertjes en zusjes? Heb je veel tijd alleen doorgebracht of waren je ouders er veel om je te vertroetelen? Het heeft bepaald wie je bent geworden.

– Veel van elkaar weten zorgt ervoor dat je je met je achtergrond geaccepteerd kunt voelen.

Balans

In contact zijn er verschillende balansen. Zoals die van geven en nemen, doen en laten, uitnodigen en uitgenodigd worden, trakteren en getrakteerd worden. Zo is het bijvoorbeeld prettig als er weinig mismatch is in de behoefte aan contactfrequentie. Je kunt soms weken intensief met elkaar contact hebben en elkaar ook zo weer een week niet spreken/zien. Is het dan ok als je elkaar weer ziet, ook al zat er een ‘gat’ in jullie contact? Dat gaat op voor fysiek contact, maar ook voor app, twitter en e-mail. Makkelijk veel bij elkaar kunnen zijn, maar ook zonder elkaar kunnen (hoewel je elkaar dan natuurlijk best kan missen) is geweldig. Het zorgt ervoor dat je je geen zorgen hoeft te maken over aandacht en tijd aan iemand geven.

– Een goede balans zorgt ervoor dat je het contact als ongedwongen ervaart.

Kortom

Fijn contact gaat over jezelf zijn en de ander zien voor wie hij is. Elkaar ruimte geven, maar ook naast iemand kunnen staan. Luisteren en ook kunnen confronteren, na het luisteren. Maar ook fouten kunnen toegeven en excuses kunnen geven en aanvaarden. Goed contact gaat niet om perfectie, maar om waardering en balans. Dit soort contacten geven energie. Aan beide kanten. Het is een 1 + 1 = 3 situatie.

  • Kun je voldoende jezelf zijn?
  • Wil je elkaars taal spreken?
  • Mag je van elkaar leren?
  • Kun je elkaar vertrouwen?
  • Kun je samen plezier hebben?
  • Mag je elkaar aanraken?
  • Kan het ook wel eens stil zijn?
  • Wordt er naar je geluisterd?
  • Is het ook goed als je even niets van je laat horen?
  • Mag je wel eens iets fout doen? En mag je het daarna rechtzetten?

Welke drie of vier van de bovenstaande zaken zijn nu echt belangrijk voor je? Kom je bijvoorbeeld tot de conclusie dat je: ongedwongen contact met mensen wilt hebben, waar je je vertrouwd, begrepen, veilig en geaccepteerd voelt? Met als randvoorwaarde dat je in dat contact rustig kan worden of juist energie kan krijgen? En wil je je geborgen voelen, of nu juist uitgedaagd?

Ernaar handelen

Wanneer je weet wat belangrijk voor je is, kun je ernaar gaan handelen. Je kunt gaan kijken wie energie kost en wie energie geeft.

Pak twee A4’tjes en een pen.

Stap 1:
Maak twee kolommen: links schrijf je de namen van personen van wie je energie krijgt (de motortjes). Rechts zet je de mensen die energie kosten (de putjes). Denk aan je werk, sport, je familie, vrienden, buren, studie, een cursus die je doet enz. enz. Sorteer op je gevoel. Je gevoel is veel betrouwbaarder dan je hoofd.

(Schrik niet als je geliefde in de rechter kolom beland. Vroeger of later was je daar toch wel achter gekomen, en wellicht is het nu nog niet te laat voor een goed gesprek).

Stap 2:
Maak op het andere A4’tje drie kolommen:
1e kolom: Meer gaan zien:
2e kolom: Minder gaan zien:
3e kolom: Helemaal niet meer zien:

Wanneer je klaar bent… dan scheur je de laatste kolom van je papiertje af (als het goed is lucht dat al op), en stop je hem in de prullenbak.

Als je dit gedaan hebt hoef je nu NIETS meer te doen. Mijn ervaring is dat als mensen voldoende duidelijk hebben wat werkt en wat niet werkt, dat ze daarna niet meer op de oude voet verder kunnen. Dus observeer jezelf de komende weken maar eens. En kijk wie je meer opzoekt en bij wie je (bij wijze van spreken) de telefoon niet meer opneemt.

En dan als laatste nog even dit. Stond er een (schoon)moeder/vader, broer of zus in kolom drie? Schrijf deze alsnog bij kolom twee.  Je zult het er namelijk mee moeten doen. Of je wilt of niet. Bedenk je maar dat ze jou of die leuke vriend of vriendin van je op de wereld hebben gezet. Dat hebben ze niet onverdienstelijk gedaan. Anders was jij en je partner er nu niet.

Een bijdrage van Jasper Jobse en co-auteur Abdul-Rahman Advany van Social Imagineers. Met dank aan Martijn Aslander voor de ‘putjes en motortjes’ metafoor. Foto: stavos

Beloftes en verwachtingen

Ik geloof dat ik er zelf soms een tikje ver in ga. Maar betrouwbaar zijn beschouw ik als een belangrijke eigenschap in het mens zijn. Zowel in vriendschap, de liefde als zakelijk. Kortom wanneer er sprake is van een relatie.

Betrouwbaar zijn gaat over beloftes en het inlossen van beloftes. Nu kun je beloftes maken, maar beloftes ontstaan ook. Soms zelfs zonder dat je daar erg in hebt. De belangrijke vraag is dan niet of je ze maakt, maar hoe je ze maakt.

Het ontstaan van kleine beloftes

Vaak ontstaan beloftes omdat je zelf concrete tijdstippen, aantallen of hoeveelheden noemt. Kortom alles wat meetbaar is. Maar wij mensen praten gelukkig niet de hele dag met elkaar alsof we wetenschappers in een experiment zijn. Kinderen kunnen dat soms heel mooi even wel doen en dan oprecht aan iemand vragen: “Hoeveel houd je van me?”.

Meestal hoef je geen aantallen te noemen. Sommige dingen weet je gelukkig gewoon. Als je zegt: “Ik bel je vanavond”. Dan is dat meestal ergens tussen 18:00 uur en 22:00 uur. En dan mag je in de zomer best om 22:30 uur bellen en in de winter ligt dat weer iets anders omdat het eerder donker is.

Misschien heb je na het lezen van de vorige alinea een ander idee over de tijdstippen, want ik heb een heleboel aannames gedaan. En precies daar zit de crux van het ontstaan van beloftes. Een belofte ontstaat in wat de ander voor waar aanneemt. Dat kan echter iets ander zijn dan wat jij hebt willen overbrengen.

Je kent de volgende situatie vast: Je zegt iets en de ander knikt ja. Je denkt dat je elkaar begrepen hebt en neemt afscheid. Maar wat verwacht die ander nu? Waar laat je de ander nu mee naar huis gaan? Is dat iets dat jij waar kunt maken en wilt maken?

Verifiëren en ondubbelzinnig praten

Er zijn twee simpele manieren waarop je kunt zorgen dat er in jouw hoofd hetzelfde zit, als in het hoofd waar je het gesprek mee voerde.

  1. Vraag voordat je een gesprek of een gedeelte van een gesprek afrond (dit soort momenten herken je vaak aan het feit dat de stilte die valt net even langer duurt dan de ‘normale’ stiltes in het gesprek) wat de ander begrepen heeft.
  2. Spreek niet dubbelzinnig en neem geen dingen aan die dubbelzinnig zijn.
    Stel, iemand geeft op een vraag het volgende antwoord: “Ja, dat lijkt mij ook het beste, omdat de gewenste uitkomst afhangt van het feit dat hij ook het verband heeft aangetoond tussen de relatie onderling.”
    Het is nu verleidelijk om af te gaan op de ja aan het begin van de zin, en aan te nemen dat hij bevestigd heeft. Ja, is tenslotte een bevestiging. Maar heeft deze persoon ook willen bevestigen? Hij was niet ondubbelzinnig en dus is het handig te checken wat hij nu precies bedoeld heeft.

Het dubbelzinnige is er soms ook met het gebruik van ja en nee als antwoord op schijnbaar simpele vragen. Vooral vragen waarin ontkennende vormen zitten, kunnen lekker verwarrend zijn. Als iemand je vraagt: “Wil je dat ook niet?” En jij antwoord: ” Ja!” Heb je dan ingestemd met het niet-willen? Of wil je wel? En als je nee gaf als antwoord, ontken je dan het niet-willen en wil je het dus wel? Of bevestig je juist in je ontkenning het niet te willen? Meestal kun je het gelukkig wel uit de intonatie opmaken, maar ja dat is dan wel weer een aanname…

Een artikel van Jasper Jobse, foto: Dyanna Hyde Flickr