Nieuwsberichten met als sleutelwoord: geld

Vader dochter

Ze had haar vader verteld over de scheiding. Over dat ze het niet meer volhield met iemand die, helemaal sinds ze kinderen hebben, niet meer haar man maar vooral haar vader is. Dat ze al een vader heeft, die het haar moeilijk genoeg maakt om van te houden. En dat ze vrijheid wilde, ook als die duur betaald moet worden en nog ver weg is.

Vader vond haar onverstandig. Vooral financieel. Echt iets voor haar om zoiets oppervlakkigs en ondoordachts te willen. Maar hij wilde wel helpen. Hij had lang nagedacht. Gewikt en gewogen. Helaas kreeg hij het net niet rond om het huis over te kopen, zodat zij er zou kunnen blijven met de kinderen. Nog voordat ze daar boos over kon uitvallen, openbaarde hij plan B. Ook hier had hij goed over nagedacht: “Je moet een rijke man vinden, eentje die wel goed voor je zorgt en een huis heeft.”

Een bijdrage van Andries de Jong. Foto: Flickr

Het onzekere konijn

Er was eens een onzeker konijn. Dat komt vaker voor onder konijnen. Maar dit konijn had het er moeilijk mee. Misschien was zijn onzekerheid niet groter dan bij andere konijnen. Maar dit konijn vond het eenvoudigweg zwaar. Het leek hem fijn als zijn onzekerheid draaglijker zou zijn.

Op een dag stuitte konijn op het bedrijf Konijn®egistratie. Och, als hij daar toch eens lid van zou kunnen worden, dacht hij. Dan zou hij vast en zeker zekerder zijn over zijn konijnheid. Maar onzeker als hij was dacht hij dat ze hem vast niet zouden toelaten.

Het vooruitzicht van een afwezige onzekerheid trok

Thuis aangekomen ging hij naar bed en de volgende morgen stond hij weer op. Weken gingen voorbij. Tot de ochtend dat hij met een wortel in zijn mond voor de spiegel stond en de wortel bijna mooier vond dan zichzelf. “Ik moet het toch maar eens gaan proberen.” zei hij zachtjes. Het vooruitzicht van een afwezige onzekerheid trok. Konijn begon te glimmen en maakte bijna een sprongetje. Bijna.

Hij trok zijn beste staart aan en ging op weg. Bij Konijn®egistratie aangekomen stapte hij het hol in. (Konijnenbedrijven zitten altijd in een hol. De konijnen Kvk bijvoorbeeld zit ook in een hol, en deelt zijn kantine met de Konijnenpolitie).

Konijn werd allerhartelijkst ontvangen en voelde zich al bijna direct een échte soortgenoot. Hij liet zijn diploma’s en bekwaamheidsgeschriften zien, men nam een foto en hij ging weer naar huis. Na twee weken kreeg hij een prachtige brief met zegel. Hij was officieel lid! Konijn was dolgelukkig! Zijn onzekerheid verdween en hij leefde gelukkig.

De vragen

Op een dinsdag in augustus ontving hij een brief. Het konijnenregister was erg groot geworden en daarom was er een controle nodig. Konijn was blij met dit streven naar kwaliteit. Ook wat groot is dient goed in elkaar te steken, en liefst met dezelfde eenvoud als 6 eieren in een doosje zoals hij dat wel eens in de mensenwereld had gezien.

De brief bestond uit een aantal vragen:

  • Hoe weet u zéker dat u een konijn bent?
  • Konijnt u zoals een konijn behoort te konijnen? En zo ja, hoe weet u dat?
  • Heeft u kwaliteiten verworven op een wijze die wij niet begrijpen en daarom moeten afkeuren?
  • Zet u levenservaring in op een plek waar uitsluitend gevraagd wordt te handelen naar opleiding en niets dan opleiding?

En als laatste stond er deze zin: U heeft twee oren. Wij hebben vernomen dat deze regelmatig rechtop staan. Waarom vertoont u dit bijzondere gedrag? Kunt u hier een toelichting op geven? En zo nee waarom niet? En zo ja waarom wel?

Konijn ging er eens voor zitten en schreef een brief terug.

Het antwoord

Een paar dagen later ontving konijn het antwoord. Deze keer zonder zegel, maar hij herkende het Konijn®egistratie logo. De brief was als volgt:

Helaas kunnen we u niet garanderen dat u een echt konijn bent. De redenen hiervoor zijn de volgende.

1. Bij de meeste konijnen hangen beide oren. Wij hebben geconstateerd dat bij u beide oren overeind staan. Dit is niet des konijn.

2. U heeft kennis verworven op een wijze die wij niet begrijpen. Ook al leidt deze kennis tot gewenste resultaten, de wijze waarop deze kennis tot stand kwam is ongewenst.

Afwegende beide punten, is het u niet toegestaan om lid te zijn en/of blijven van ons register.

Omdat wij alleen met echte konijnen zaken doen, kunnen wij u derhalve niet zelf schrappen. U dient zichzelf daarom binnen zeven dagen uit ons register uit te schrijven. Neem daartoe deze brief mee. Deze brief is namelijk geschreven door een echt konijn dus aan de identiteit van deze brief, in tegenstelling tot de uwe, hoeven wij niet te twijfelen. Bezwaar maken tegen deze beslissing is niet mogelijk, omdat wij alleen bezwaren van echte konijnen in behandeling kunnen nemen.

Heeft u vragen, raadpleeg dan onze website. Indien uw vraag niet voorkomt bij de veelgestelde vragen, stuur dan een e-mail. Wij zullen uw e-mail printen op prachtig papier en aan de stapel onbeantwoorde vragen toevoegen.

Konijn legde de brief op zijn tafel, en vroeg zich af waar zijn onzekerheid ook al weer over ging…

Een bijdrage van Jasper Jobse, Foto: Wwarby Flickr

Dit artikel is in 2015 ook gepubliceerd in ‘Keerpunt’ vakblad van beroepsvereniging het NVPA

Spullen

Ik las in de krant dat Apple (de computerfabrikant) meer geld in kas heeft dan de Amerikaanse regering. Dat is een opmerkelijk gegeven. Ik schrok er zelfs een beetje van. Een fabrikant van spullen heeft meer geld dan een heel land!? Die spullen zullen dan wel in trek zijn. En dat zijn ze natuurlijk. Ook dit artikel schrijf ik op een Apple computer.

Ik heb me altijd al afgevraagd waarom mensen, ikzelf incluis, zich zo kunnen hechten aan spullen. Waarom staat er op stickers in de winkel jaar in jaar uit; NIEUW! Waarom kunnen wij al ons bezit verzekeren? Waarom klinken de woorden ‘economische groei’ een beetje alsof er een toename in geluk is?

Koopziek?

Zijn we koopziek? Ja, ik denk het wel. Natuurlijk ken ik mensen die nauwelijks iets kopen. En ik laat ook vaak genoeg iets liggen. Maar we kopen verdraaid veel. En ook ik voel de trek om mee te doen. Alsof ik als een gans naar de winkel moet.

Een ziekte zelf is meestal een symptoom van iets anders. Van een virus of bacterie. Met koopziekte is het denk ik niet anders. Ik denk dat het virus een doodgewone hechtingsstoornis is.

Ons mooiste bezit

Het belangrijkste wat wij allemaal ‘bezitten’ zijn onze familie, vrienden en geliefden. Zonder hen kunnen we niet. Het leven zou wat mij betreft zo kaal zijn, dat ik van de spreekwoordelijke brug sprong. Vrienden, familie en een partner geven het leven zin, nut en plezier.

Het ‘bezitten’ van vrienden, familie en geliefden heeft een lastig kantje. Ze kunnen doodgaan. Zomaar en opeens. Soms zelfs met een paar tegelijk. En als dat niet gebeurt dan kunnen ze het nog uitmaken, bij je weggaan, verhuizen of emigreren. Daar doe je allemaal niets tegen, en thuis vastbinden is zielig. Spullen daarentegen kunnen niet dood en gaan niet zomaar weg. Ze zijn zelfs vervangbaar, zoals mensen dat niet zijn. Spullen kunnen wel stuk, maar dan kun je ze vaak repareren. En kan het niet gerepareerd, dan krijg je van de verzekering een nieuwe. En ben je niet verzekerd dan koop je zelf een nieuwe. En was je het oude model überhaupt al beu dan koop je gewoon direct een nieuwer model.

Dat is denk ik waarom wij zo dol op bezit zijn. Kopen lijkt het echte hechtwerk. Spullen leiden ons even af van de sterfelijkheid en eigen wil van mensen. Daar waar je volkomen machteloos bent in het ‘bezit’ van je familie, vrienden en geliefden, daar heb je als consument macht. Je voelt dat het beste net nadat je afgerekend hebt. Op het moment dat de verkoper naar je reikt om het tasje, de doos of de sleutel aan je te geven.

Het is bijna een soort drugs, maar dan wel een volledig gelegaliseerde.

Een bijdrage van Jasper Jobse, Foto: Flickr

Geld

Wat is toch jouw probleem met Geld?’ vroeg een vriend me laatst. ‘Probleem? Ik een probleem? Met Geld? Ik heb heel vaak geen geld. Ook als ik het wel heb. Dus hoe kan ik een probleem hebben met iets dat er niet is?

‘Ontkenningsfase’, zei de ander -Een hulpverlener, dus wat wil je ook- ‘Het feit dat je niets hebt, voortdurend zegt dat je het stom spul vindt, maar daar tegenover uitstekend in staat bent om in korte tijd er een heleboel van te krijgen, maakt dat je er absoluut een probleem mee hebt.’ Hij ging nog even door ‘Je houdt van Geld uitgeven toch?’ Eh… Ja. Dat kon ik niet ontkennen. Lees verder

Belonen

“Als je gedrag beloont, dan krijg je meer van dat gedrag. En als je gedrag straft, dan krijg je minder van dat gedrag.” Dit is misschien wel één van de grootste collectieve overtuigingen die we hebben. In werk wordt dit idee vaak gekoppeld aan een beloning in de vorm van geld. Mensen zouden betere prestaties leveren als ze financieel ruimer beloond worden. Maar is dat wel zo?

  • Zijn wij voorspelbaar?
  • Zijn wij manipuleerbaar met geld of beloning?
  • En gaat dat dan op voor alle soorten taken?
  • En wanneer leveren we nu de meeste inzet en creativiteit?

Lees verder

Innerlijk emigreren

De innerlijk geëmigreerde komt u meestal tegen op het werk. Hij of zij komt eigenlijk altijd net even te laat binnenlopen. Nooit zoveel te laat dat ze er op aangesproken kunnen worden. Daarnaast gaan ze ook net even te vroeg weg. Altijd zo’n minuut of vijf. Als je daar iets over zegt, wijzen ze met veel bombarie op hun klokje dat standaard vijf minuten te vroeg is afgesteld.

Lees verder

Het domein van de talentloze dromers

Iedereen kan alles bereiken, zolang hij er zijn best voor doet. Dat levensmotto heette de American Dream, maar de droom van onbegrensde mogelijkheden is zo langzamerhand mondiaal geworden.

De opmars van die wereldwijd gedeelde droom begon in de jaren zestig, toen de westerse wereld het individualisme omarmde – ‘niemand kan je vertellen wat je moet doen, alleen jij bent verantwoordelijk voor je daden’. En de kinderen van de jaren zestig werden ouders en omdat vrijheid het grootste goed is van de individualist brachten ze hun kinderen één credo boven alle andere bij: alles wat je wilt ligt voor het oprapen, just reach out and grab it. Houdt de fijnbesnaarde zoon van cultuur, dan wordt hij gestimuleerd – dwang is uit den boze – om cultural studies te gaan doen. Een zeldzame opmerking van vader dat met zo’n studie weinig geld te verdienen is, wordt door het kind zelf weggewuifd als burgerlijk geneuzel. Ontplooiing is zoveel belangrijker dan iets ordinairs als geld.

In Vrijheid van Jonathan Franzen staat een passage over de kunstzinnige zussen van hoofdpersoon Patty Berglund. In de autobiografische passage betuigt Patty haar ouders op één punt haar innige dank:
dat ze haar nooit hebben aangemoedigd om Creatief en Kunstzinnig te worden, zoals ze dat bij haar zussen wel altijd deden. Hoezeer het de jonge Patty ook stak dat Joyce en Ray haar maar wat lieten aanmodderen, die veronachtzaming lijkt meer en meer een zegen nu haar zussen allebei in de veertig zijn en moederziel alleen in New York wonen, veel te wereldvreemd en/of verwaand om een relatie van enige duur en inhoud aan te kunnen, en nog altijd afhankelijk van financiële ondersteuning door hun ouders terwijl ze nog steeds, en nog steeds vergeefs, naar het artistieke succes streven dat hun als kind in het vooruitzicht werd gesteld.

De American Dream is alomtegenwoordig in de westerse cultuur. Het is een kernboodschap van alle grote blockbusters van de laatste jaren. Wat is de overeenkomst tussen Harry Potter, Frodo Baggins, Ariadne (het meisje dat in Inception is begiftigd met het talent in andermans dromen te kunnen inbreken) en Mark Zuckerberg (de oprichter van Facebook die in The Social Network wordt geportretteerd)? Dat zij allemaal aan het begin van de film hele gewone stervelingen zijn, maar na verloop van tijd dankzij grote inspanningen in staat blijken te zijn nog grotere prestaties te leveren.

De American Dream is alomtegenwoordig in de westerse cultuur.

Hetzelfde verhaal zit in bijna elke videogame: je begint als nobody, maar met enige investering in je vaardigheden groei je al snel uit tot sportgod, redder van de wereld of rockster. Het is het verhaal dat alle talentenshows ons keer op keer vertellen: een heel normaal persoon, die zomaar besluit mee te doen aan een auditie van SBS6, kan na een felle strijd met zijn rivalen popster en BN’er worden.

De American Dream, dat is ook het succesverhaal van een Marco Borsato, die het sterrendom met het imago van de gewone jongen heeft verenigd. Het ideaal dat iedereen gelijk is en iedereen vrij is om zijn dromen na te streven is er ook de oorzaak van dat hordes mensen op YouTube, blogs en forums hun middelmatige artistieke creaties tentoonspreiden, in de stille, maar meestal luidruchtige hoop opgemerkt te worden. Rond datzelfde ideaal is onlangs zelfs een succesvolle spirituele zelfleer ontstaan. De boodschap van The Secret is dat als je maar gelooft in je eigen succes, je het ook kunt bereiken.

De enige factor die wij, de generatie van de American Dream, niet hebben meegerekend is: talent.

Over talent bestaat een mooi citaat van Aldous Huxley, de schrijver van Brave New World. Huxley schreef in 1933 dat technologische ontwikkelingen, hoge lonen en scholing „een zeer groot publiek hebben geschapen dat kan lezen en leesstof en beeldmateriaal kan aanschaffen”. Volgens de schrijver is echter „het aandeel van de rotzooi in de totale kunstproductie thans groter dan ooit tevoren. Dit is eenvoudig een kwestie van rekenkunde.

In de loop van de vorige eeuw is de bevolking van West-Europa iets meer dan verdubbeld. Het lees- en beeldmateriaal is echter, naar mijn schatting, minstens in een verhouding van één op twintig, misschien ook wel van één op vijftig of zelfs honderd toegenomen. Als een bevolking van x miljoen artistieke talenten heeft, dan zal een bevolking van 2x miljoen waarschijnlijk 2n artistieke talenten bezitten. Welnu, we kunnen de situatie als volgt samenvatten. Tegen één gedrukte pagina met lees- of beeldmateriaal die honderd jaar geleden werd gepubliceerd, publiceert men nu twintig, zo niet honderd pagina’s. Maar tegenover elk talent van vroeger staan er nu slechts twee.” (Aldous Huxley, Beyond the Mexique Bay, A Travellers Journal, vertaling Jules Castier)

Daar valt natuurlijk tegenin te brengen dat door hoge scholing – dat betekende in Huxley’s tijd de revolutionaire ontwikkeling dat ineens de hele bevolking kon lezen en schrijven – ook meer talenten de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen. Volgens Huxley was deze toename van potentiële talenten echter onvoldoende om de ongekende groei van de artistieke productie bij te benen. Hoe het ook zij, Huxley zou zijn wenkbrauwen flink hebben gefronst als hij zou horen over de miljoen mensen die anno 2010 in het kleine Nederland volgens onderzoek een roman op de plank hebben liggen. Maar hij zou zich echt rot hebben geschrokken als hij kennis had genomen van een uitvinding genaamd internet.

Dat is het domein waar de talentlozen hun pijnlijk valse Lady Gaga-imitaties de wereld insturen, waar een filmpje van een man die in een konijnenkostuum over straat hopt meer hits krijgt dan waar een site voor serieuze films ooit van kan dromen. Het domein waar talent er niet meer toe doet, zolang je maar gezien wordt, al is het maar door mee te doen met de trend op YouTube van verveelde sukkels die een opname van zichzelf maken terwijl ze naar een onbenullig filmpje van een ander kijken. Internet is het podium, schrijft Andrew Keen in zijn boek The Cult of the Amateur, waar zelfs mensen die écht helemaal niks kunnen hun geboorterecht opeisen een paar minuten in de schijnwerpers te staan.

Maar hoe meer mensen gezien, begaafd, miljonair of beroemd willen worden, hoe meer die roem of rijkdom nooit zullen vergaren. „We were raised by television to believe that we’d be millionaires and movie gods and rock stars – but we won’t”, zegt vechtersbaas Tyler Durden in Fight Club, een film waarin frustraties over de schaduwzijde van de American Dream een vruchtbare bron blijkt voor een apocalyptische geweldsfantasie.

Die schaduwzijde bestaat uit de verbrijzelde dromen van de niet-succesvollen. In een wereld waarin alleen jijzelf verantwoordelijk bent voor je succes, kan alleen jijzelf worden aangesproken op je falen. En volgens verschillende onderzoekers en hulpverleners veroorzaken de druk om te presteren en het onvermogen om aan de verwachtingen van ouders en de samenleving te voldoen, een toename aan gevoelens van boosheid, inertie en irritatie onder jongeren.

Zo schrijven mentaliteitsonderzoekers Frits Spangenberg en Martijn Lampert in hun boek De grenzeloze generatie (2009) dat in Nederland 41 procent van de jongeren te maken heeft met deze gevoelens als gevolg van de vrije, ambitieuze samenleving waarin zij leven. De realiteit van de American Dream is dat we – ondanks YouTube – echt niet allemaal filmgoden of rocksterren worden. „And we’re learning that fact”, zegt Tyler in Fight Club. „And we’re very, very pissed-off.” 

Dit artikel is geschreven door Reinier Kist en gepubliceerd op 2 december 2010 in de nrc.next. Foto: Flickr

Allemaal verschillend

Alle mensen zijn verschillend. Daar zijn we het met zijn allen wel over eens. Waar we minder vaak bij stilstaan is dat dat ook betekent dat iemand altijd ergens beter in is dan alle anderen. Niet door studie of oefening, maar bij de gratie dat we verschillend zijn. Dat betekent dat er iets is waar jij altijd beter in bent dan alle anderen. De boeiende vraag is dan niet óf dat zo is, maar wát dat is waar je goed en beter in bent dan anderen?

Lees verder

Jagers en verzamelaars

Als we de antropologen mogen geloven, is de mens de afgelopen eeuwen verworden van jager tot verzamelaar. Niet langer zwerven door de bossen op zoek naar eten maar een huisje met een hek neerzetten en eetbare planten verbouwen zodat je nooit meer hoeft te reizen om een volle buik te krijgen.

Lees verder

Je bezit, bezit jou

Maak je geen zorgen als je de titel niet helemaal hebt begrepen. Het is Brad Pitt in de film ‘The Fight Club’ die mij jaren geleden al op het idee voor dit artikel bracht. In deze film zegt hij in de rol van Tyler Durden: “The things you own end up owning you”.

Lees verder

Geldproblemen los je niet met geld op

Je kent vast wel iemand die vaak net te weinig geld heeft, hij of zij krijgt het rond maar daar houdt het dan ook mee op. Of wellicht zat je zelf eens in zo’n situatie of zit je er nu in.

Toen ik eens in zo’n situatie zat, zei iemand tegen me “Geldproblemen los je niet met geld op.” Op dat moment begreep ik niet wat ik daar mee moest, maar het bleef wel hangen. Ergens wist ik: ‘dit klopt’.

Lees verder

Eigenschappen van succesvolle ondernemers

Zes jaar geleden besloot ik ondernemer te worden. Ik hield het werknemerschap voor gezien en begon zelf een bedrijf. Toen en nu ruim zes jaar later is de vraag: “Waarom en hoe zijn ondernemers succesvol?” als ondernemer en als coach van ondernemers, nog steeds een boeiende vraag.

Ik beschouw een ondernemer als succesvol wanneer hij met plezier goed werk levert en voldoende verdient om zichzelf en zijn onderneming gezond te houden.

Lees verder