Vergeven of niet

Een tijd geleden alweer sprak ik een cliënt in wiens familie er misbruik was voorgekomen. Het had twee generaties terug gespeeld, al heel wat jaren geleden dus, maar de sporen waren nog niet weg.

Mijn cliënt worstelde met het thema ‘macht’. Hij plaatste zichzelf vaak bijna verlegen op de achtergrond. Bang om iets te doen dat schade aan zou kunnen richten. Het feit dat hij ondernemer was geworden had het probleem op de voorgrond gezet.

Dat hij hier mee worstelde is niet gek. Door het misbruik was het gebruiken van macht bezoedeld in deze familie. Zoiets wordt vaak doorgegeven aan volgende generaties.

Wat lost op?

‘Macht’ an sich is neutraal. Bij misbruik gaat die neutraliteit soms verloren. Mijn cliënt dacht dat de oplossing lag in het vergeven van zijn opa voor zijn daden. Dat is echter geen oplossing. De oplossing ligt op het vlak van het herstellen van de neutraliteit van macht. Ik zal uitleggen waarom.

Het misbruik is een daad die gepleegd is nog voor de cliënt geboren is. Dat betekent dat hij hier geen verantwoordelijkheid in heeft. Hij is per definitie onschuldig. Dat betekent dat hij zich ook geen beeld hoeft te vormen of het misbruik goed of slecht is geweest. Dat is niet aan hem. Zou hij zich wel een beeld en een oordeel gaan vormen, dan zou hij rechter gaan spelen over zijn opa, de man aan wie hij zijn leven heeft te danken. Dat klopt niet.

Wat wel klopt is dat wat gebeurd is in het verleden ligt. Dat is wat er is. Of het goed of slecht was doet voor de cliënt niet terzake want het kan namelijk niet meer veranderd worden.

Wat de client mag doen is zich, buiten het idee van goed of fout, voorstellen dat hij het misbruik daar laat waar het hoort. In het verleden. Hij mag het met andere woorden ‘bij opa laten’ en het ‘strategisch vergeten’.

Waarom mag hij dat zo doen?

Het is het lot van de cliënt, in deze familie met deze geschiedenis geboren te zijn. Dat zal hij moeten aanvaarden. Het is zo en het wordt nooit anders. Bezig zijn met goed en fout staat dat aanvaarden in de weg.

Wanneer de cliënt zijn opa zou vergeven dan moet hij eerst een oordeel vellen over wat er gebeurd is. Wij vergeven namelijk alleen datgene wat we als slecht zien (ik heb nog nooit iemand een persoon een goede daad zien vergeven). Wanneer mijn cliënt gaat oordelen over wat er gebeurd is, dan gaat hij zich bemoeien met iets dat niet met hem te maken heeft. Wanneer hij zich gaat bemoeien met de verantwoordelijkheid die de opa had en niet hij, dan raakt hij verstrikt.

Wanneer hij echter niet oordeelt kan de bezoedeling van macht niet blijven bestaan in zijn leven. Hij blijft buiten de verstrikking. Hij laat opa’s daden bij opa en neemt uitsluitend en alleen verantwoordelijkheid voor zijn eigen daden. Dan kan hij weer onschuldig zijn en kan hij vanuit een zuiver gevoel van onschuld zijn macht gaan inzetten.

In een opstelling zou dat vorm kunnen krijgen door de cliënt tegen opa te laten zeggen: “Dat wat bij jou hoort, laat ik bij jou. Dat is niet aan mij.”

Een artikel van Jasper Jobse, Foto: Marina Noordegraaf Flickr