Innerlijk emigreren

De innerlijk geëmigreerde komt u meestal tegen op het werk. Hij of zij komt eigenlijk altijd net even te laat binnenlopen. Nooit zoveel te laat dat ze er op aangesproken kunnen worden. Daarnaast gaan ze ook net even te vroeg weg. Altijd zo’n minuut of vijf. Als je daar iets over zegt, wijzen ze met veel bombarie op hun klokje dat standaard vijf minuten te vroeg is afgesteld.

Ze doen hun werk, dat wel, maar enige passie of oprechte interesse ontbreekt. In hun hoofd zijn ze de acht urige werkdag ergens anders. Ze zijn innerlijk geëmigreerd. Ze zijn fysiek aanwezig maar daar is ook alles mee gezegd.

Als je al een goed gesprek met ze kunt aangaan –  daar heb je enig doorzettingsvermogen voor nodig – en vraagt waarom ze acht uur per dag iets doen wat ze niet boeit, waar ze geen plezier aan beleven, dan mompelen ze iets over hypotheek en dure kinderen en voegen je toe dat ze het écht, heus wel naar hun zin hebben. De innerlijk geëmigreerden zijn de zuurheid voorbij. Negatieve emotie is namelijk ook emotie. Dat ontbreekt. Het interesseert ze domweg niets. Ze doen wat ze moeten doen maar ook niets meer dan dat, liever minder.

Als ik ze zie dan overvalt me altijd een gevoel van innig medelijden en hoop ik dat het prachtig is waar ze in hun hoofd naartoe gegaan zijn. Maar ik ben bang van niet.

Een bijdrage van Annette Teeuwen, Foto: Cobalt123 Flickr