Chillen

Ik heb twee pubers die – ik zeg het er meteen maar bij – weinig voor school hoeven doen en toch goede cijfers halen. Dus die alle tijd hebben voor iets dat jammer genoeg nog niet bestond toen ik een puber was: chillen. De tijd die wij overhielden als ons huiswerk af was, brachten wij door met onze moeders helpen boodschappen doen en de was opvouwen. En véél buiten uit het zicht te blijven, zodat er geen nieuwe klusjes voor ons verzonnen konden worden. Mijn pubers van dertien en zestien jaar lijken alle tijd van de wereld te hebben. Huiswerk? Dat maken ze in één van de vele wegens docententekort uitgevallen lessen op school. Tijd na schooltijd is vrije tijd. En natuurlijk gebruiken ze die niet voor iets wat een volwassene nuttig zou kunnen vinden. Ze chillen.

Dat chillen kan verschillende vormen aannemen: je kunt het alleen of met vrienden doen (maar bijvoorbeeld nooit met je moeder). Je kunt er bij op de bank hangen of in de hangmat gaan liggen die je moeder ervoor gekocht heeft. Maar het moet altijd in een enigszins horizontale houding gebeuren, tenzij je het op straat doet. Het gaat erom zoveel mogelijk spieren tegelijk te ontspannen en toch nog chips te eten en cola te drinken.

Het is tenenkrommend ergerniswekkend om aan te zien, maar ik besef heel goed dat dat de kift is. Want zelf neem ik amper de tijd om te chillen. En al helemaal niet met mijn vrienden, want die hebben daar ook geen tijd voor. Wij zijn van die druk-druk-drukke volwassenen geworden, altijd éérst nog even bezig de mail te lezen of te kijken of er nog ergens vaat te vinden is die in de machine moet want-dan-issie-vol-want-dan-kannie-áán.

Die vaat staat dan meestal op de kamer van degene die het hardst aan het chillen is (in de huiskamer, want daar is het gezelliger) met de televisiezender met de domste stemmetjes erbij. Want tijd om te kijken heb ik niet maar ik hoor het heus wel.

Op het bureau, waar dat huiswerk dat er blijkbaar nooit is, gemaakt zou kunnen worden, staan drie lege colaflessen en wat glazen. Eronder ligt een halfvolle zak chips. Zakgeld inhouden als ze hun kamers niet opruimen helpt niet. Ze hebben net weer flink gebeurd bij de oma’s en de opa’s voor die mooie rapporten van ze.

Dus ik klaag niet. Ik vis de chips onder het bureau uit. Ik confisceer de hangmat. Ik delegeer de vaat.

Mamma gaat even chillen hoor.

Een artikel van Liesbeth JongkindFoto: slack12 Flickr