De ongeboren kinderen

62 Jaar is ze. Op de verwijzing van de huisarts staat: verwerken van kinderloosheid. Donkerrood geverfde haren, gekleed naar de moderne tijd, mooie laarzen met hakken. Ze vertelt dat iedereen er helemaal genoeg van heeft. Haar man, haar vriendinnen, de buren en nu ook de huisarts. Het moet nu maar over zijn, vinden ze. Ze is inmiddels de zestig gepasseerd.

Ze hebben nooit kinderen kunnen krijgen. Ze hebben alles geprobeerd. En het is allemaal niet gelukt. En het gemis blijft, de jaloezie als ze weer bij een wiegje staat slaat net zo hevig toe als 35 jaar geleden. En de laatste jaren zijn er al die trotse grootmoeders…..

Op mijn vraag hoeveel kinderen ze had willen krijgen, antwoordt ze ogenblikkelijk: drie, twee jongens en een meid. In die volgorde. Uit mijn schaakspel zoekt ze de koning en de koningin en drie pionnen. En ze bouwt een gezin. Mooi dicht bij elkaar. Ze kijkt lang en zinkt vredig weg in het beeld. Ze kijkt lang, met liefde. Na een hele tijd kijkt ze mij aan, en zegt op stoere, wat harde toon: en nou moet ik zeker afscheid nemen!

Als ik antwoord dat ik dat niet zo’n goed idee vind, komen de tranen. Ook dat duurt lang. En ze blijft kijken naar de opstelling.
Ze vertelt dat ze ooit een beeldje kocht, maar dat staat ergens achter in een kast. Vijf mensen in een kring, die elkaar vasthouden. Dat gaat ze thuis een ereplaats geven.

En nee, ze denkt niet dat er nog een volgende afspraak nodig is.

Een gastbijdrage van Geeske Roos, Foto: Adrian Black, Flickr