Het vieze koekje

Het is half drie in de ochtend en ik zit op een tafel in de woonkamer annex keuken van een trainingscentrum. Iedereen slaapt en ik zit met een jonge dame naast me te filosoferen over duizend en één dingen. Ik weet dat ik beter naar bed kan gaan, want om half acht gaat mijn wekker en kan ik me weer voorbereiden op een nieuwe, lange dag vol nieuwe informatie. Ik zit in een training over coaching.

Toch blijf ik hier op de tafel zitten, een beetje voor me uitstarend. Een kriebel in mijn onderbuik zorgt ervoor dat ik mijn slaapsignalen negeer en de emotionele aantrekkingskracht versterkt enkel de wil om nog langer op te blijven. In mijn hoofd merk ik dat ik afgeleid wordt door een stemmetje dat zich steeds meer op de voorgrond presenteert. Het wil aandacht, en ik weet dat negeren niet helpt.

De hele afgelopen week – het is nu woensdag of donderdag en ik ben hier al vanaf afgelopen zaterdag – hangt er een synergie tussen deze dame en mij en ik kan het niet beredeneren wat of waarom het er is. Bovendien heb ik al gemerkt dat rationaliseren niet altijd werkt ☺

De aantrekkingskracht is zo groot, dat ik op een gegeven moment – het zal rond vier uur in de ochtend geweest moeten zijn – besluit om mijn gedachten hardop uit te spreken. Tenslotte heb ik niets te verliezen, en de ervaring heeft me geleerd om open kaart met mensen te spelen; dat werkt immers het best.

Voorzichtig stommelend kaart ik aan dat ik met een gedachte zit, en de dame in kwestie kijkt even nieuwsgierig als vol verwachting van wat ik ga zeggen. Na een paar diepe zuchten besluit ik om het diepe in te springen en mijn kwetsbare kant het woord te laten doen. “Ik… zou wel willen weten hoe het is…. om met je te zoenen…eigenlijk”, zeg ik schoorvoetend.

Even is het stil. En hoewel ik direct een opluchting voel dat ik het hoge woord heb gesproken, voel ik ook de spanning van wat er nu voor antwoord komt. Nog meer stilte. En dan komt de opmerking. “Ik weet niet of ik nu gecharmeerd moet zijn of dat ik je moet slaan.” Oké, ik heb een bijzonder contact met mevrouw, we kunnen erg scherp van tong zijn en bijzonder ad rem naar elkaar, en dit verward me toch wel een beetje. “Je weet dat ik een vriend heb” vervolgt ze. Ja, dat weet is. Dat heeft ze me verteld. En wat nu? Ik neem even een paar seconden om mijn hoofd nog verder leeg te maken.

“Weet je”, begin ik. “Het is net als een doos met koekjes, wat jij en ik aan goed contact hebben. Samen genieten we van de verschillende smaken die er aan koekjes in de trommel zitten. Vrijwel alles wat we samen tot nu toe gedeeld hebben, valt onder de categorie ‘lekkere koekjes’. We deelden tot nu toe dezelfde smaken. Maar nu ik dit aangeef, en sterk de indruk krijg dat je hier niet in wilt meegaan – om wat voor reden ook – wil ik graag benadrukken, dat ik niet van plan ben om de hele koektrommel weg te gooien, en ik hoop jij ook niet. Enkel omdat er één soort koekje tussen zit dat ik wél lekker vind en jij niet. Hoe raar het ook mag klinken, dit is iets wat ik vaak genoeg om me heen zie; op basis van één enkele niet zo positieve ervaring worden relaties, vriendschappen en zelfs familiebanden verbroken. De soms jarenlange goede band lijkt dan opeens geen cent meer waard.”

Ik leg haar uit dat ik erg op haar gesteld ben, en dat ik haar keuze respecteer. Het feit dat ze niet meegaat in een van mijn voorstellen is prima, en dat hoeft de verdere uitkomst van ons (toekomstig) contact niet in de weg te staan. Ieder heeft zijn eigen deel, en ik mag dit koekje alleen opeten.

Net zo verbaasd als zij ben ik van wat ik zojuist heb gezegd. “Tja, klinkt logisch, als je het zo zegt”. En ook al is het bijna half vijf in de ochtend, blijkbaar is mijn onderbewuste schep en bij de pinken, en daar kan ik alleen dankbaar om zijn.

Niet iedereen hoeft dezelfde koekjes lekker te vinden. Smaken verschillen, en dat is helemaal prima. Het gaat erom, dat je niet alleen je verlangens of wensen durft uit te spreken, je kwetsbaar op durft te stellen, maar ook dat je met een ‘nee’ kunt omgaan zonder het naar je identiteitsniveau te trekken.

Kijk eens naar je eigen leven, zeker als je een partner hebt. Heb je wel eens tegen je partner gezegd dat je graag met hem of haar wilde vrijen, en dat je vervolgens een ‘nee’ op je verzoek kreeg? Of dat de situatie andersom was: je partner wilde graag met jou vrijen, maar jij voelde op dat moment niet de aantrekkingskracht om in het voorstel mee te gaan. De hele energie zakt in als een plumpudding, de bereidheid om nog lief en warm naar de ander (of naar jou) te zijn lijkt als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen en de sfeer is net zo fijn als op een slechte camping tijdens een zware regenval zonder elektriciteit.

Niet iedereen hoeft jouw soort koekje lekker te vinden. Dat heeft niets met jou persoonlijk te maken, maar met de smaak van de ander. Dus als de ander ‘nee’ zegt op je uitnodiging, leg het dan naast je neer en ga op ontdekking uit of je een ander gezamenlijk koekje kunt vinden.

En als je dan alsnog echt in je ego blijft hangen, vertel het dan dat het jammer is voor de ander, want hij of zij mist iets ongelooflijk fantastisch! Tja, je hebt goede smaak of niet ☺

Koekje?

Een bijdrage van Robert van der WolkFoto: nick wheeler Flickr