De gebraden duif

De term “gebraden duif” wordt in mijn praktijk niet veel gebruikt maar in dit eerste gesprek met Joost komt ‘ie wel tien keer op tafel, de term bedoel ik dan. “Het is gewoon een gebraden duif die naar binnen komt, en ik heb er nog recht op ook, da’s wel mooi, vind je niet?”

Joost is werkzaam in het bedrijf van zijn moeder en haar broer, zijn oom. Het bedrijf is opgezet door de grootvader van Joost. In 1985 werd de onderneming overgenomen door de twee kinderen die het bedrijf verder uitbouwden. Joost is na de middelbare school in de zaak gegaan en het is voor hem vanaf dat moment vanzelfsprekend dat hij het bedrijf overneemt, er is geen andere mogelijke opvolger.

Joost heeft het over zijn “recht” op de onderneming, alsof die uit een loterij met één lot – dat hij als enig deelnemer trekt – op zijn bord komt. Met interesse en verwondering hoor ik zijn verhaal aan. Zijn grote plannen met het bedrijf, vergaande samenwerkingsvormen die zeer lucratief lijken en mooie ambities die naar mijn gevoel successen in zich dragen. Joost is wel ondernemer in hart en nieren, dat proef ik in het gesprek. En eind dit jaar is het dan zo ver. Eind 2011 zal hij de aandelen van zijn moeder en oom overnemen. Zij blijven nog aan in een adviserende rol maar zullen niet meer dagelijks aanwezig zijn. Het lijkt allemaal geregeld.

Afrekenen met het verleden?

“En wat brengt je hier? hoe kan ik je helpen?”. Na vijftien minuten wil ik zijn enthousiaste betoog toch onderbreken en deze vraag stellen. “Nou, eigenlijk valt het allemaal wel mee maar waar ik moeite mee heb is dat ik de mensen niet zo snel meekrijg, het lijkt wel alsof de vooruitgang die ik zie, de kansrijke ontwikkelingen voor dit bedrijf, de ….. , het lijkt wel alsof ze me niet begrijpen en soms denk ik wel eens dat ze me gewoon tegenwerken, dat ze me gewoon dwarszitten. Terwijl ik toch het beste met de zaak voorheb en het beste voor de mensen wil.”

Ik vraag hem wat zijn grootste verlangen is voor deze onderneming, wat is het mooiste dat er zal gebeuren onder zijn leiding? Daarop is het antwoord na enig denken: “Ik wil dat het een modern bedrijf wordt. Een bedrijf dat midden in deze tijd staat en gebruik maakt van alle technische hulpmiddelen die er zijn. Weet je Eric, het is gewoon een suffe ingedutte toestand. Dank zij mij is er de laatste twee jaar het stof een beetje afgewaaid, maar nu moet het gaan glimmen, en dat wil ik, de boel flink oppoetsen, afrekenen met het verleden en in volle vaart de toekomst tegemoet”.
Ik voel een krimp in mijn maag bij deze laatste zin, en er komt een kil gevoel over me.

Ik vraag hem wat zijn grootvader voor man was, hij stierf toen Joost twintig jaar oud was. “Ach, die ouwe was wel een goeie man, had hart voor de zaak maar komt natuurlijk uit een andere tijd, hij heeft echt gedaan wat ie kon maar een supermooi bedrijf was het niet toen mijn moeder en Henk (de oom) het overnamen, en hij was geliefd onder zijn personeel, dat wel. Dus dat is eigenlijk wat ik wil, meer binding van de mensen aan mijn persoontje, snap je dat?”.

De antenne die loyaliteit heet

Ik geef hem aan dat mensen alleen aan elkaar “plakken” als de wens en de kleefkracht van twee kanten komt. Dat begrijpt ‘ie wel.

“Je moet dankbaar zijn voor die gebraden duif die bij je binnenvliegt, terwijl je er helemaal geen vanzelfsprekend recht op hebt.” Geef ik hem aan. “Het is een waardevol geschenk van je grootvader dat via je moeder en je oom aan jou gegeven wordt.” Joost kijkt me verbaasd en vragend aan. “En het feit dat je het een stoffig ding vindt dat niet glimt, geeft me het gevoel dat je er niet dankbaar voor bent. De mensen in het bedrijf weten dat, ze hebben daar een antenne voor, die antenne heet Loyaliteit, zij zijn mogelijk loyaal aan het belangrijkste wat er is: de oorsprong van “jouw” onderneming, jij bent dat niet, zo lijkt wel”. Hij zakt een beetje onderuit in de stoel en denkt na. Mijn gevoel zegt me dat hij zojuist aangevlogen is door een duif en hij lacht als ik hem dat voorleg.

Ik geef hem aan dat het begin van een mogelijke “plak” tussen de medewerkers van het bedrijf en hemzelf begint met het erkennen van die loyaliteit, de loyaliteit aan en het respect voor de bron die het allemaal mogelijk gemaakt heeft dat hij aan het einde van het jaar de eigenaar wordt van deze prachtige onderneming, van deze gebraden duif die zomaar binnenvliegt. En dankbaarheid voor al het mooist dat hij krijgt.

Dank je wel

We doen een systemische oefening om een eerste begin te maken met het erkennen van alles wat het mogelijk maakte om de onderneming over te nemen en in deze oefening heet “die ouwe” dan “Opa”. Het meest eenvoudige wat je namelijk kunt doen als je iets krijgt is simpelweg zeggen “dank je wel”. En dat is wat we doen in de systemische oefening.
Joost is onder de indruk van het effect dat dit begin heeft op zijn gemoedstoestand en ik geloof hem.

Ik geef hem aan dat dit eerst maar even moet “garen” en we maken een afspraak voor een volgend gesprek. Joost gaat met een behoorlijk tragere pas naar buiten dan waarmee hij binnen kwam. Als ik hem het pad zie aflopen denk ik “Vooruitgang begint eerst dan als de vertraging is ingezet”. En voordat hij de hoek om gaat roept ie nog een keer: “Dank je wel he”.

Een bijdrage van Eric de Waard, Alle namen in het verhaal zijn geanonimiseerd. Foto: Anders Ljungberg Flickr