De cliënt weet het het beste

“Iedereen noemt zich coach tegenwoordig!” Ik hoor deze of een soortgelijke zin wel eens. Met soms nog de toevoeging dat er een landelijk keurmerk moet komen. Tot een paar jaar terug ging ik mij verdedigen als iemand mijn vak ter discussie stelde. Ik sta voor kwaliteit, was mijn gedachte, dus moet ik bewijzen dat ik dat lever. Dan ging ik vertellen hoe ik werk, en trok ik een potje voorbeelden open. Gelukkig doe ik dat niet meer. Dat was erg vermoeiend.

Er is namelijk maar één manier om mensen te laten ervaren hoe je werkt, en wat ze dat oplevert, en dat is iemand in begeleiding nemen. Je kunt niemand uitleggen hoe een ijsje smaakt. Iedereen heeft zijn eigen smaakpapillen en zijn eigen bril waardoor hij of zij naar de wereld kijkt. En mijn manier van werken is anders dan andere begeleiders, omdat ik ik ben. Omdat ik mijn karakter niet uit kan schakelen.

Ik geloof niet dat het erg is dat de titel coach niet beschermt is. Ik ben voorstander van mondige burgers die zelf kwaliteit kunnen herkennen. Ik vind het prachtig als iemand bij een huisarts écht in gesprek kan omdat hij al 20 pagina’s documenten op internet bestudeerd heeft. En als iemand bij een coach komt omdat hij denkt dat daar iets te halen is, dan mag hij ook gaan als dat niet zo blijkt te zijn. Geen enkel kwaliteitskeurmerk kan bepalen of een coach past bij de kwaliteit van leven die jij wenst.

Als iemand vindt dat alle coaches geregistreerd en gecontroleerd moeten worden ben ik het daar dus niet direct mee eens. Registreren en controleren bevordert de kwaliteit zelf namelijk niet. Het maakt kwaliteit (in het gunstigste geval) meetbaar, maar dat is niet hetzelfde als bevorderen. En dan heb ik het nog niet eens over de definitie van kwaliteit (lees ‘voor de grap’ eens het boek “Zen en de kunst van het motoronderhoud“).

Het registreren en controleren van iedere coach brengt veel gedoe met zich mee. Het zorgt er al direct voor dat je er als coach veel administratieve taken bij krijgt. Want meten is weten, is het adagium en dus moet je noteren. Je doet al snel een paar uren per maand iets anders dan je vak, en je kunt dus direct minder mensen begeleiden. Dus de kwaliteit blijft gelijk maar de kwantiteit daalt. Dat is op het niveau van een land dus kwaliteitsvermindering.

Wat kwaliteit is weet maar één iemand

Ik denk dat als iemand krijgt wat hij zoekt, dat er dan sprake is van kwaliteit. De één zoekt een advies en is blij met een coach die alleen adviseert. De ander zoekt therapie en is blij met een coach die therapeutisch werkt. Iemand die rouwbegeleiding zoekt is blij met iemand die de tijd neemt. En weer een ander zoekt een coach die hem even vertelt dat er niets mis met hem is, om na één gesprek weer vrolijk huiswaarts te keren.

Ik geloof niet dat ik een betere begeleider word door heel veel gecontroleerd te worden door een ‘betere’ collega. Ik zoek die ‘betere’ collega toch wel op, omdat ik graag steeds beter word in mijn vak.

Doe mij maar veel klanten die goed weten wat ze verwachten, en tijdens een traject bij mij controleren of ze krijgen waar ze voor kwamen. Dan word ik gecontroleerd terwijl ik werk.

Een bijdrage van Jasper JobseFoto kunstwerk Anish Kapoor: Robert Scarth op Flickr